93
rukte de Johannesbroodboom zich van zijn plaats en verplaatste zich over honderd el (velen zeggen: over vierhonderd el). Zijn tegenstanders opponeerden: men baseert geen bewijs op een Johannesbroodboom. Nu sprak hij: als de halakhah is zoals ik zeg, laat dit riviertje het dan bewijzen. Daar trad het riviertje terug. Zijn tegenstanders opponeerden weer: men baseert geen bewijs op een riviertje. Hierop sprak hij: als de halakhah is zoals ik zeg, laat de muren van dit leerhuis ((waar rabbi Eliezer en zijn opponenten verbleven)) het bewijzen. Daar bogen de muren van het leerhuis voorover en dreigden in te storten. Nu greep rabbi Joshua ((één der opponenten)) in en sprak tot de muren: als geleerden elkaar op
het gebied van de halakhah bestrijden, wat gaat 4
jullie dat dan aan? ' De talmud vervolgt nu dat de muren niet instortten vanwege het respect dat ze voor rabbi Joshua hadden en dat ze zich ook niet oprichtten vanwege het respect dat ze voor rabbi Eliezer hadden en dat ze daarom nog steeds gebogen staan. Maar nog geeft rabbi Eliezer het niet op en hij zegt:
'Als de halakhah is zoals ik zeg, laat de Hemel het dan bewijzen. Daar klonk een stem uit de Hemel die sprak: wat hebben jullie toch tegen rabbi Eliezer; de halakhah is steeds zoals hij
zegt. Toen stond rabbi Joshua op en citeerde:
5
'Zij is niet in de Hemel' . Wat wil dat zeggen? Rabbi Jirmeja antwoordde: de Torah is al op de berg Sinai gegeven en bevindt zich dus niet meer in de Hemel. We baseren de halakhah niet op een stem uit de Hemel, omdat in de Torah, die al op de berg Sinai gegeven is, geschreven staat: 'Volgens de meerderheid der geleerden te beslissen'
De halakhah volgt dus niet de opvatting van rabbi Eliezer, omdat deze in de discussie als een enkeling tegenover de meerderheid staat, al 'bewijst' een wonder of een stem uit de Hemel of God dat hij gelijk heeft. Volgens de geciteerde passage moet het individu zich onder-