De Nederlandse ondergrondse beweging verspreidde op ruime schaal een manifest, waarin zij tot sabotage van de deportatie opwekte. Hierin schreef zij o.a.: ,,Per 15 Juli 1942 des nachts om half twee moet de eerste groep zich melden aan het Centraal-Station te Amsterdam en dagelijks zullen daarna 1200 Joden hetzelfde moeten doen. Vanuit Westerbork in Drente, waar de on-gelukkigen geschift worden, zullen dan telkens plusminus vierduizend Joden tegelijk worden gedeporteerd. De treinen staan gereed. Praagse specialisten in het beulswerk zijn overgekomen teneinde het wegvoeren zo snel mogelijk te doen geschieden. In totaal zullen op deze wijze 120.000 Joodse Nederlanders verwijderd worden. Met afgrijzen en verontwaardiging heeft het Nederlandse volk van de anti-Joodse maatregelen kennis genomen. Wel moet ons volk zwaar boeten voor het feit. dat het zich niet heeft verzet tegen de zo onschuldig voorgestelde ondertekening van de Joden-vorklaring. Het is onze gezamenlijke schuld, die van de Joodse Raad niet uitgezonderd, dat onze vijanden over een perfecte Joden-admini-stratie beschikken.
Daarom verwachten wij, dat alle burgers de voorbereiding en uitvoering van deze deportatie zullen saboteren. Gedenkt de Februari-staking van 1941, toen een tot het uiterste getergd volk toonde, wat het kan als het wil! Wij verwachten, dat secretarissen-generaal, burgemeesters en hogere ambtenaren hun ambt in de waagschaal zullen werpen en zullen weigeren om nog langer met de Duitse bezetting samen te werken. Wie nu nog aan zijn zetel blijft kleven, zal na de bevrijding een zware taak hebben om zijn houding te rechtvaardigen.
Wij rekenen er op, dat allen die daartoe in de gelegenheid zullen zijn, speciaal ambtenaren, politie, spoorwegpersoneel enz. deze sadistische Nazi-maatregelen zullen saboteren”.
En alle Nederlandse kerkgenootschappen zonden op 11 Juli 1942 een telegram aan den Rijkscommissaris Seyss-Inquart om aan de deportatie, „die strijdt tegen het diepste zedelijke besef van het Nederlandse volk en indruist tegen hetgeen van Godswege als eis van gerechtigheid en barmhartigheid gesteld is”, geen uitvoering te geven. Waarom gaven de arbeiders van Amsterdam, die in de Februaridagen van 1941 zo heroïsch de arbeid hadden
91