werk van de Duitsers zelve geweest is. „Selbstredend” was het een Joodse aanslag en circa 350 jonge Joden werden uit hun huizen gehaald en evenals de slachtoffers, gevangen genomen na de straatgevechten en tijdens de razzia’s in Februari, naar Mauthausen gedeporteerd. Een gelijksoortige razzia vond — scherper bewijs, dat het gebeurde van de Schubertstraat maakwerk was, is nauwelijks te leveren — zonder enige aanleiding tezelfdertijd in Enschede en Zutphen plaats! Tegen het einde van het jaar 1941 leefden van de in totaal meer dan 1200 naar Mauthausen gedeporteerden, niemand meer!
Onder de weggevoerden van einde Juni bevonden zich ongeveer 50 „chaloetsiem”, Palestina-pionieren, die in Februari uit Wieringen naar Amsterdam waren gekomen. In 1934 was de „Stichting Joodse Arbeid” opgericht, welke in de Wieringermeerpolder een grote boerderij, huizen en werkplaatsen bezat en waar jonge emigranten opgeleid werden in land- en tuinbouw, veeteelt, metaalindustrie en meubelmakerij, zowel voor de emigratie naar Palestina als naar andere landen. Reeds vóór de bezetting, maar na Mei 1940 in versterkte mate, was de N.S.B. een felle actie begonnen tegen het „Werkdorp”, waar „de beste grond van Holland, door Nederland’s noeste vlijt aan de golven ontwoekerd, aan het Jodengespuis werd prijsgegeven”. In begin 1941 hadden zij succes en de Joden werden uit Wieringen verdreven. Enige tijd later kwam de Duitse politie bij het bestuur der „Stichting” om de adreslijst te vragen der naar Amsterdam gebrachte jonge mensen. Zij verklaarden, dat zij deze lijst nodig hadden omdat overwogen werd, hen wederom naar Wieringen te laten terugkeren. Het bestuur gaf deze lijst......
niemand is naar Wieringen teruggekeerd, de lijst heeft slechts gediend om een aantal van hen in Mauthausen te kunnen laten afslachten.
Wij weten, dat Mr. Van Genechten einde April 1941 de Duitse regering verzocht had, de Joden van Nederland naar „het Poolse reservaat” over te brengen. 26 Juli 1941 werd — de eerste stap daartoe — de „Zentralstelle für jüdische Auswanderung” ingesteld. Aan de Joodse Raad werd opgedragen te zorgen, dat dagelijks minstens 50 verzoeken om te mogen emigreren bij deze „Zentralstelle” zouden worden ingediend en dat, zodra de beambten
78