dat milieu werd de Joodse Raad grotendeels samengesteld en hare voorzitters waren van dit notabelenschap de typische vertegenwoordigers — door milieu en afkomst, massaal verzet ten zeerste duchtten, en onderbewust — zij wisten het derhalve niet — van te voren en voor altijd hadden verworpen.
Indien Asscher en Cohen hadden geweigerd, dan was de Joodse Raad niet uitgebleven, dat wisten zij. Want er waren kapers op de kust. Wie waren deze zeeschuimers?
In Nederland was er een klein onbetekenend groepje van „Revisionisten”, hele of halve Joodse fascisten, die meenden tijdens de bezetting hun slag te kunnen slaan. De meest actieve onder hen was de heer De Leon, die een Joods lilliput-blaadje, getiteld „Het Joodse Weekblad” redigeerde en voortdurend met geldgebrek had te kampen, zelfs om zijn drukker te betalen. Reeds in de maand Augustus 1940 had hij verbinding met de S.S. gezocht en verkregen en hun duidelijk gemaakt, dat zijn orgaan het enige Joodse weekblad was, waarin een „anti-geallieerde gezindheid” tot uiting kwam. En prompt werden daarop in de maand September alle Joodse periodieken verboden, waaronder „De Joodse Wachter”, orgaan van de N.Z.B., met uitzondering van het weekblad des heren De Leon. De Joodse gemeenschap werd gedwongen het „Joodse Weekblad” tot het officiële Joodse weekblad te maken, den heer De Leon in de redactie op te nemen en hem een behoorlijk salaris uit te betalen. Als redacteur werd de Duitse protégé op zeer komische wijze „kaltgestellt”. De andere redactieleden kwamen iedere week zonder hem bijeen en in de officiële vergadering werd bijna niet gediscussieerd: men liet hem alleen aan het woord. Zijn artikelen werden — de man schreef. Goddank, een onmogelijk Nederlands — öf om „technische redenen” niet geplaatst öf door den corrector zó „verbeterd”, dat er van de oorspronkelijke vorm en inhoud nagenoeg niets overbleef.
Deze heer De Leon had zich nu met enige zijner trawanten bij de S.S. als candidaat-leider voor de Joodse Raad aangeboden. In anticipatie op die „benoeming” trachtten zij aanhang onder de Joodse bevolking te winnen. Huisbezoek werd afgelegd en daarbij medegedeeld, dat, indien de leiders van hun groep — dat was zeer waarschijnlijk,
G9