wekken. Nu moest het dan maar met geweld gebeuren. Vlak bij de Amstel, nog in het Joodse Centrum, was een gebouw gelegen, „Huize Bob”, dat vroeger de naam „Casino” had gedragen, jaren geleden een diamantbeurs was geweest en de laatste jaren als feestgebouw fungeerde. Zaterdag- en Zondagavonden, ook nog in de eerste maanden van de oorlog, werden er muziekuitvoeringen gegeven en een enkele keer werd daar ook gedanst.
Op Zondagavond 9 Februari 1941 drong een groot aantal, met knuppels en ploertendoders gewapende, W.A.-mannen (Weerbaarheids Afdeling van de N.S.B.) het gebouw binnen, ranselde de daar aanwezige jongens en meisjes tot bloedens toe af, sloeg zover het mogelijk was de muziekinstrumenten der Joodse musici stuk en wat niet gebroken kon worden, voerden zij als buit mee. Aftrekkend, schreeuwden zij, de volgende avond nog grondiger met de Joden te zullen afrekenen. Dat konden de Joodse proletariërs niet meer verdragen. En toen de N.S.B. met haar troepen de volgende avond, de 10e Februari het Water-looplein optrok, vonden zij daar een groep tegenover zich, die tot de strijd bereid was. Om en op het Waterlooplein is er die avond tot diep in de nacht een formele veldslag geleverd, waarna de N.S.B. met bebloede kop moesten aftrekken. Velen van hen waren licht of zwaar gewond en hun aanvoerder, de W.A.-man Koot, sneuvelde. De Amsterdamse volksmond sprak van de „tweede slag” bij Waterloo”.
De volgende avond begon het gevecht opnieuw en thans kwamen de bootwerkers van Kattenburg („de Eilanden”) en de arbeiders uit de Jordaan — nadat hun vrouwen de Joodse kinderen in de Christenbuurten in veiligheid hadden gebracht — hun Joodse klassegenoten te hulp. Wederom werd het legioen van den heer Mussert bloedig teruggeslagen.
Thans had de S.S. de door haar gewenste onrust. In de nacht van 11 op 12 Februari iverd de gehele Jodenbuurt geïsoleerd door het optrekken der bruggen en werden honderden Joodse jonge mannen gearresteerd. Niemand mocht de oude Jodenbuurt in of uit.
Een dodelijke angst greep de Joodse bevolking van Amsterdam aan: wat zou de S.S. doen in dit volkomen ge-
66