deze voortreffelijke Nederlanders zouden immers die korte spanne tijds zo goed de Duitse maatregelen kunnen saboteren.
En als in het begin van het jaar 1941 de Engelsen overwinningen in Noord-Afrika behalen, dan is voor den gemiddelden Nederlander — hoogstens nog enige maanden! — de bevrijding nabij. En dit bijna Messiaanse geloof was eveneens voor hen een heerlijke sublimering van hun machteloosheidsgevoel.
De Joodse massa in al haar geledingen had in de eerste maanden, nadat de angst der bange Mei-dagen ietwat geweken was, dit zelfde optimistische gevoel. De Nederlandse Joden zouden er wel doorheen komen, beschut en beschermd door het Nederlandse volk en zijn traditie. Zij dachten evenmin aan illegaal verzet. Immers zij geloofden in het begin niet eens, dat zoiets wenselijk zou kunnen zijn. Maar al hadden zij de wenselijkheid ingezien, de mogelijkheid zou hun toch hebben ontbroken. De psychische voorwaarden hiervoor waren toen nog niet aanwezig.
Toen de eerste symptonen van hun ondergang zich vertoonden, beseften de meesten nog niet, dat er een speciaal Joods probleem bestond, dat, wat zich aan hen voltrok, volkomen in de lijn van hun volk lag — en sommigen beseften zelfs nog niet op de tragische top van die noodlots-kurve hun „Schicksalsgemeinschaft” in de meest onheilspellende zin!
De eigenschappen van de „species hollandica judaica”, eens hun zozeer tot voordeel, werden nu een belemmering voor hun toch zo noodzakelijk, speciaal Joods verzet. Hoe bizar het ook klinkt, voor hen gold, veel meer dan voor den Oost-Jood, het Oost-Joodse gezegde: „Wie es chrlstelt, so jüdelt es”. In de eerste maanden „christelte” het bijna enkel berusting en diplomatie en toen het in Mei 1943, relatief gesproken, massaal illegaal „christeln” ging, was er geen opstandig „jüdeln” meer mogelijk. Het Nederlandse Jodendom was toen reeds bijna geliquideerd.
Trouwens, voor sterke illegale bewegingen is, zoals hierboven reeds kort is uiteengezet, straffe organisatie nodig. En deze bestond niet in het Nederlandse Jodendom en kon daar niet bestaan. Het Nederlands Israëlietlsche Kerkgenootschap bond de Nederlandse Joden niet, de Zionistische beweging had in de Nederlandse bodem nauwelijks wortel geschoten, massa-organisaties van het
58