Geschiedenis der Joden in Nederland

Titel
Geschiedenis der Joden in Nederland

Jaar
1946

Overig
Laatste bedrijf

Pagina's
122



misschien niet eens bewust, dat hij hier onuitgesproken de numerus clausus verlangt! En als men, hetgeen boven aan de pagina door hem gezegd werd, als „oprecht gemeend” aanvaardt, n.1. dat er niets tegen is, dat de Joden talloze posities kunnen innemen, als zij die maar verkrijgen langs volkomen toelaatbare weg en hun ambt vervullen op onbesproken, onbaatzuchtige wijze, dat dit dan uitsluitend moet worden gewaardeerd... Ja, dan blijft alleen de conclusie over, dat hier door hem een onuitgesproken insinuatie wordt geuit, dat de Joden niet langs volkomen toelaatbare weg en niet op onbesproken en onbaatzuchtige wijze hun ambten hebben verkregen en vervuld! Want slechts zó staan hoofdtekst en noot niet met elkaar in flagrante tegenstelling. En men ziet, dat zelfs voor den psycholoog Dr. Johan van der Spek — want dit is de door ons bedoelde schrijver — de, door zijn Joodsen collega Freud, — „aan wien óók de wetenschappelijke wereld op allerlei levensterreinen zo ongelooflijk veel dankt” — gevonden wet blijft gelden, dat op iedere onwaarachtige uiting nagenoeg steeds de verspreking on-mlddellijk volgt.

Dr. Johan van der Spek schreef één bladzijde voor hij tot de, door ons geciteerde, uitingen kwam: „Het is niet het minst de verspreiding van deze oncontroleerbare geruchten ten nadele van de Joden, welke de ziel bereid maakt een antisemitische gezindheid in haar toe te laten”. Gelukkig is het door Dr. Van der Spek verspreide „boze gerucht” niet oncontroleerbaar! De Joden namen niet in Nederland op alle terreinen van het gemeenschapsleven, aan de Hogescholen, als voormannen in de bedrijven, bij de samenstelling van allerlei colleges een plaats in in strijd met de procentuele samenstelling van het Nederlandse volk.

Eerst het bedrijfs- en zakenleven. In hetzelfde boek, waarin Dr. Van der Spek zijn artikel schrijft, vindt men: „In de leiding van de grote banken ontbreken de Joden bijna geheel: in de directies van De Nederlandse Bank, de Nederlandse Handelmaatschappij, de Rotterdamse Bank, de Incassobank, de Twentse Bank, de Friese Bank en de Gelderse Credietvereniging hebben in het geheel geen Joden zitting; in die van de Amsterdamse Bank zijn van de 5 directeuren twee Joden, in die van de Bank-Associatle bekleedt slechts één Jood een functie in de directie. Wat de particuliere banken betreft, zijh alleen Lissa en Kann

42

Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt met OCR (Optical Character Recognition).
Deze techniek levert geen 100% correct resultaat op. Dat betekent dat er onjuiste tekens in de tekst kunnen voorkomen.


Weergave
Afbeelding / Tekst (OCR)

Alle boeken in deze digitale bibliotheek kunt u gratis lezen of downloaden. Met een vrijwillige donatie helpt u ons met het in stand houden en verder uitbreiden van de bibliotheek. Klik hier als u een bijdrage wilt overmaken.