Toen de Portugese Joden in Nederland in Maarssen, dichtbij Utrecht, een zijde-industrie wensten te vestigen, wist de Utrechtse Vroedschap, de stad van het vermaarde velours, onmiddellijk in de Staten van de Provincie Utrecht de Joodse zijde-industrie stop te doen zetten en — eigenaardig verband tussen economie en ideologie — de Joodse religie bleei in Maarssen verboden!
De Portugese Joden brachten in Nederland voor het eerst de „zijderederij" (bereiding der ruwe zijde met twijnmolens). In de aanvang der zeventiende eeuw kwamen grote hoeveelheden ruwe zijde op de Amsterdamse stapelmarkt en aan enige Portugese Joden werden te Amsterdam van stadswege kosteloos gebouwen ter beschikking gesteld, onder voorwaarde, dat ze het vak ook anderen zouden leren. Toen kwam er grote belangstelling
voor dit nieuwe bedrijf...... en enige tijd later telt de
zijderederij nog slechts sporadisch Joden als beoefenaars. Evenzo was het gesteld met de suikerraffinaderij, welk bedrijf het eerst door Joodse Antwerpse emigranten in Holland is uitgeoefend. Aangozien ruwe suiker een product was uit landen, waarop de Portugese Joden in het bijzonder handel dreven, is het begrijpelijk dat zij getracht hebben, de suikerraffinaderij hier uit te oefenen. Zij kregen hiertoe verlof, doch op aandringen van de Christen-raffinadeurs met de „geraffineerde" bepaling, dat zij slechts hun product in het groot mochten verhandelen, dus niet aan winkeliers mochten verkopen. Aan deze bepaling was het te wijten, dat reeds vijftien jaren na de genoemde vergunning geen Joodse ondernemers in het bedrijf meer voorkwamen.
Meer succes hadden de Joden in de tabaksnijverheid, welke jaren lang slechts door Joden werd uitgeoefend. De grondstof was Braziliaanse tabak, welke door de Portugese Joden, hetzij rechtstreeks uit het land van oorsprong, hetzij via Portugal, te Amsterdam werd aangevoerd. Reeds spoedig gingen de Joden zich op de bewerking van de tabak en op den kleinhandel in dit artikel toeleggen. De tabaksindustrie werd meestal in vrij grote werkplaatsen uitgeoefend. Men kan gerust aannemen, dat in een bedrijf van enige omvang tientallen personen werkten. Hier heerste reeds arbeidsverdeling in het groot, de zogenaamde bedrijfsvorm van de „manufactuur", de voorloper der kapitalistische grootindustrie.
16