Is het wel waar, zo zal men vragen, dat de geschiedenis der Joden in Nederland geëindigd is? Zodra Hitler zal zijn verslagen en Nederland weer Nederland zijn zal, zullen duizenden Joden terugkeren uit de kampen en de landen, waarheen zij zijn gevlucht. Tezamen met de ondergedokenen zal dit nog een zeer groot aantal zijn. Als de ongeveer 7000 Joden uit Nederland uit de kampen van Bergen-Belsen en Theresienstadt zullen terugkeren, als in Nederland nog 8000 ondergedokenen kunnen opduiken en als alle geëmlgreerden naar Nederland terugkeren, dan zal, volgens een behoorlijke schatting hun totaal aantal wel 18.000 kunnen bedragen. Als! Aangenomen, dat deze optimistische verwachtingen vervuld worden, hoe zal het dan physisch, psychisch en economisch met het merendeel van hen gesteld zijn? Hoevelen van de, uit de kampen terugkerenden zullen hun vroegere gezondheid kunnen herwinnen; hoevelen zullen physisch in staat zijn, wederom in het maatschappelijk leven een taak te vervullen? En hoe zal het in dit opzicht den ondergedokenen gaan? Indien men gelooft in een spoedig physisch herstel — waarvoor gunstige voe-dingsvoorwaarden aanwezig moeten zijn, welke Nederland in de eerste tijden niet bezitten zal —, indien men vol goede moed op de „vis alma naturae” vertrouwt, hoe, dat dient men zich dan toch ook af te vragen, zal de psychische toestand van deze mensen zijn?
Zij, die uit de kampen komen, zullen, in één opzicht, er gunstiger voorstaan dan de ondergedokenen. Deze hadden van te voren reeds maanden, misschien jaren, in voortdurende angst en vrees geleefd van te worden ontdekt: ieder belletje, iedere voetstap verontrustte hen. Maar sinds de invasie van de Geallieerden ook in Nederland had plaatsgevonden, werd in iedere stad, in ieder dorp, ja zelfs in ieder gehuchtje van het nog niet bevrijde ge-
116