In het geheim komen enige tientallen hunner bijeen — slechts één oudere en een niet-Joodse socialiste zijn ook aanwezig — in een afgelegen huis in Amsterdam en zij weten zich verbonden met al degenen die op die dag de smart der onderdrukking dubbel zwaar voelen, mede wegens de ontheiliging van het arbeidersfeest door het tot een Nazi-feest te stempelen. Zij beseffen, dat zij niet meer op Nederlandse bodem de volgende Meidag bijeen zullen zijn. Gedempt klinkt bij de aanvang van deze bijeenkomst Beethoven’s muziek en gedempt klinkt bij de sluiting in het Hebreeuws de ,.Internationale”. Zij gaan — wonderlijke overeenstemming met de woorden van deze arbeidershymne — de moeilijke, laatste strijd tegemoet!
Helaas, dat slechts zo'n klein deel der jonge Joden in Nederland zo strijdhaftig de ondergang van het Nederlandse Jodendom tegemoet trad!
Hoe volkomen zou op de drempel van het vierde bezettingsjaar ook voor Nederland het woord van Jesaja in vervulling blijken te gaan, het woord, dat in die Staten-bijbel-vertaling aldus luidt: ..Want hoewel Uw volk, O Israël, gelijk is aan het zand der zee, zo zal toch maar een kleine rest daarvan terugkeren: de verdelging is vas-telijk besloten”!
101