kelijk moeten zitten, en niet alleen in de vrije tijd; het idee dat voedsel gemakkelijk klaargemaakt moet kunnen worden of al bijna klaar moet zijn als we het kopen; het idee dat passief vermaak, zoals voor de televisie hangen en naar een of andere ‘domme’ serie kijken, niet meteen als verderfelijk hoeft te worden beschouwd.
Er zijn nog veel meer ideeën die we hebben overgenomen, bijvoorbeeld over efficiënt werken en over arbeidsverhoudingen, over individualisering, maar dat ligt allemaal wat versluierden Niet eens zo’n klein deel van de Amerikaanse beschaving hebben we overgenomen; het is deel geworden van onze Nederlandse cultuur, net als die dingen deel zijn geworden van andere culturen in Europa, Azië en Zuid-Amerika.
Toch is die beïnvloeding door een zo overheersende beschaving als de Amerikaanse niet wat wordt bedoeld met een multiculturele samenleving. In De Groene Amsterdammer van 19 februari 1992 werd een artikel gepubliceerd van de Frans-Roemeense filosoof E.M. Cioran, dat hij in 1957 schreef over Rusland. Hij heeft het daarin over grote rijken, machtige beschavingen en zegt: ‘Men sticht geen imperium uit een bevlieging. Men onderwerpt anderen om ze te dwingen tot imiteren, opdat ze zich gaan gedragen zoals wij, volgens onze geloofsovertuigingen en onze gewoonten (...).’ Die kracht heeft Amerika: de macht om ons te dwingen de Amerikanen te imiteren, om hun ideeën over te nemen en ons te gedragen zoals zij. Maar dat is geen multiculturele zaak, dat is verdringen van de ene cultuur - de onze -door een andere - die van hen.
Anderzijds is het overnemen van eetgewoonten, taal, kleding, liedjes van kleine, onmachtige groepen, volken, culturen ook geen teken van een multiculturele samenleving. De