economische ontwikkeling van de laatste eeuw en er is volstrekt geen reden om aan te nemen dat bestaande en bijwijlen actieve antisemie-tische organisaties de spreekwoordelijke ’broad-mindedness’ en ’tolerance’ van het uiterlijk flegmatische en innerlijk zo goed gebalanceerde Engelse volk, zouden veranderen.
Ditzelfde geldt en met nog meer reden voor de toestand van de Joden in de Engelse dominions, gebieden waar de opbouw en de toekomst meer gelden dan afkomst en traditie. Van al deze gebieden heeft de Joodse gemeenschap in Zuid-Afrika de sterkste binding met Israël, zij is ook numeriek het sterkst. De positie van de Joodse gemeenschap in Zuid-Afrika kan niet zonder zorg worden beschouwd. Hoewel op het ogenblik het voornaamste conflict de scheiding tussen blanken en kleurlingen betreft, kan deze apartheid al te gemakkelijk voedsel geven aan xenophobia in andere richting. Streng dogmatische christelijke opvattingen ten aanzien van de Joden, heersten al gedurende de Boerenrepublieken. De symathieën van de stijders voor 'apartheid’ met andere vaders van rassendiscriminatie zijn maar al te bekend.
Op het ogenblik zet Dr. Malan ten aanzien van Israël de politiek voort van een van de grootste vrienden van het Joodse volk, Jan Smuts. Dat een komende ongunstige ontwikkeling, en mogelijk politieke onrust, het welzijn en de wel-
49