70
Volders, Vandervelde, Domela Nieuwenhuis, Troelstra, Branting, Stauning, Wibaut, Vliegen, Albarda, Wells, Müller, Wissell, Briand, Grimm, Keir Hardie, Hyndman, MacDonald, Henderson, Sydney Webb, Bernard Shaw, Renaudel, Thomas, Longuet, Blanqui, Blanc, Anseele, Huysmans, De Man, Henriëtte Roland Holst, Dietzgen, Iglesias, Turati, Ferri, Caballero, Lee, Debs, Modigliani, Allemane, Aveling, Ebert, Quelch, Mehring, Belfort Bax, Bertrand, Malon, Blatchford, Considé-rant, Freiligrath, Deville, Denis, Grönlund, Breit-scheid, Lafargue, Morris, Rodbertus, Weitling — geen van allen zou zelfs de verwoedste anti-semiet kunnen doodverven als te behooren tot het Jodendom.
Zeker, er zijn, of waren, onder de leidende sociaaldemocraten Joden. De voornaamste hunner zijn: Victor Adler, zijn zoon Friedrich, Otto Bauer, Eduard Bernstein, Léon Blum, Kurt Eisner, Lud-wig Frank, Hugo Haase, Gustav Landauer, Rosa Luxemburg, Paul Singer, Emanuel Wurm, Rudolf jHilferding.
De anti-semieten, vooral de Duitsche, maken van dit alles melding en gewagen bij hun propaganda uitsluitend van Joodsche sociaal-democraten. Dat verreweg de meeste sociaal-democratische theoretici en politici geen Joden zijn, of waren, wordt verzwegen. Maar het is niet onmogelijk, dat wij van dien kant nog eens vernemen, dat al die niet-Joodsche figuren in de socialistische arbeidersbeweging slechts betaalde werktuigen van het Jodendom zijn. Van de Nazi’s, en van hunne bewonde-