36
Zij moesten, zij konden niet anders, wilden zij hun toch al bitter geringe veiligheid niet geheel verliezen, wilden zij het toch reeds zoo veege, immer bedreigde lijf en leven niet aan zekere vernietiging blootstellen. De bedoelde, door de jammerlijke omstandigheden zeer gerechtvaardigde voorschriften, die echter eerst na herhaalde waarschuwing werden toegepast, golden, zooals uit den tekst blijkt, in de eerste en voornaamste plaats afvalligen en verraders uit het eigen volk. Zij dienden, om zich, zooveel als het kon, te beveiligen tegen de schurken, die telkens weer de afgrijselijkste vervolgingen tegen het Joodsche volk uitlokten.
Weinigen weten thans iets van hetgeen men den Joden in die dagen heeft aangedaan. Laat mij er een uiterst beknopt en uiteraard onvolledig beeld van geven.
VERVOLGINGEN IN DE OUDHEID
Daar was, ten eerste, de Bloedbeschuldiging. Zij bestond hierin, dat men den Joden toeschreef, dat zij christen-kinderen slachtten, om het bloed te gebruiken bij de bereiding van het paaschbrood. Merkwaardig is, dat de Romeinen de eerste Christenen van precies hetzelfde beschuldigden, hetgeen tot gruwelijke vervolgingen tegen deze Christenen leidde.