kaasmarkt in vollen gang is, doch veel schooner is het er op andere tijdstippen, wanneer marktplein en gracht stil en verlaten liggen; vooral tegen het vallen van den zomeravond, als de geest van vervlogen tijden neergedaald is op het oude stadsplekje. Zoo is het ook met de groote kerk en het nabij gelegen Stadhuis, met de overblijfselen der oude wallen, op welke nog een oude windmolen troont, zooals er vroeger tallooze zich verhieven op de bolwerken van Hollands steden. Meer wellicht dan eenige andere stad van gelijke grootte en ontwikkeling, heeft Alkmaar zijn oude wezen en karakter behouden. Het zelfde kan niet gezegd worden van Zaandam en de dorpen langs de Zaan, die er als het ware bij behooren. Als voorheen zijn het daar nog immer nijverheid en bedrijf, die hun stempel op de streek drukken. Doch waar voorheen de wind drijfkracht was, vervullen thans stoom en electriciteit deze taak; fabrieksgebouwen hebben de plaats ingenomen van de talrijke molens van allerlei aard en vorm, die de Zaanstreek tot een zeer bijzondere maakten. Want al heeft William Morris gezegd, dat niets behoeft leelijk te zijn, zoo zijn toch schoone fabrieksgebouwen zeer zeldzaam; en al waren zulke gebouwen alle voorbeelden van goede architectuur, dan nog zouden zij niet de windmolens kunnen vervangen, de stoere reuzen, wier vroolijk cirkelende wieken de natuurlijke drijfkracht des winds opvangen en overbrengen op de werktuigen in hun binnenste. Er staan daar nog wel molens, doch hun aantal is gering en het vermindert gestadig, evenals dat der 17de en 18de eeuwsche Zaansche huizen, met hun houten, dikwijls fraai gesneden en in sprekende kleuren beschilderde houten gevels. Men heeft er ook, ter wille van het aangebeden verkeer, veel gedempt en genormaliseerd, zooals dat heet, en aldus het typische stads- en dorpsbeeld onherstelbaar geschonden. Doch ook hier heeft men de schoonheid, schepping van het voorgeslacht, niet geheel en al kunnen vernietigen. Nog vindt men hier vele plekken, waar de oude huisjes staan langs de slooten, met de hooge trap-bruggetjes, die tusschen de tallooze eilandjes de verbinding vormen. Er zijn nog ettelijke oude houten gevels aanwezig en hier en daar beheerschen nog windmolens de omgeving, of sluiten een doorkijk af. Te midden van veel leelijks, is er genoeg schoonheid gebleven, om Zaandam en zijne satellieten voor volslagen verval tot de banaliteit van een modern nijverheidsmiddelpunt te behoeden. Eén stadje is er nog in Noord-Holland, dat aandacht vraagt en verdient: Naarden. Aan den rand van het Gooi, op de grens
37