Het kleine land en zijn groote schoonheid

Titel
Het kleine land en zijn groote schoonheid

Jaar
1941

Druk
1941

Overig
1ed 1941

Pagina's
292



eenige grachten, van anderen aard dan die der oude stad, verlevendigen het stadsbeeld en prijken met zeer origineele en van merkwaardig beeldhouwwerk voorziene bruggen, die somtijds in hun aanblik iets antieks hebben, doch in wezen geheel van onzen tijd zijn. Jonge bouwmeesters, die „de Am-sterdamsche school” in het leven geroepen en tot aanzien, ver over de landsgrenzen, gebracht hebben, schiepen nieuwe architectonische vormen en vonden ongedachte oplossingen. Niets herinnert hier aan de bouwkunst van vervlogen tijdperken. Geen reminiscentie van het oude Amsterdam is hier te vinden. In monumentale blokken gegroepeerde woningen, van die der eenvoudige arbeiders-verblijven tot de weelderige „flats” toe, wisselen af met ééngezins- en étage-woningen, en ook zijn er villa’s en heerenhuizen — alles anders dan ooit te voren werd gebouwd, in strenge lijnen soms, fantastisch elders, doch alles oorspronkelijk en somtijds zelfs geniaal. Zoo ontstond een nieuw Amsterdam, in bijna alles de tegenstelling van het oude, maar dit er mede gemeen hebbende, dat er nergens iets is, dat er mede kan vergeleken worden. Heeft het oude Amsterdam een geheel eigen en bijzonder karakter, zoo is het ook met het nieuwe. Beider schoonheid is zonder weerga en aldus hebben De Klerk, Van der Meij, Kramer, Staal, Wijdeveld en de hunnen voor onzen tijd gedaan, wat De Keij-ser, Van Campen, Stalpaert, Vingboons en anderen in het verleden hebben verricht.

Ware het mogelijk de afgrijselijke buurten, die de oude stad scheiden van de nieuwste, te doen verdwijnen, ze te vervangen door een gordel van parken, desnoods door goede bebouwing, Amsterdam zou de volmaaktste stad ter wereld zijn. Zooals het is, behoort zij nochtans tot de schoonste en zeer zeker is zij te prijzen als de eenige groote stad, op welke geen andere gelijkt, die zich zelf is en waarin schoonheid en intimiteit tot een onvergelijkelijke harmonie vereenigd zijn. Schreef Vondel van Amsterdam:

„Aan d’Aemstel en aan ’t IJ, daer doet zich heerlijk ope

„Zij die als Keizerin de kroon draecht van Europe”,

weinig minder heerlijk lag eenmaal Rotterdam aan drie wateren, de riviertjes de Rotte en de Schie en den breeden stroom, die ten onrechte de Maas genoemd wordt en in werkelijkheid een onderdeel is van de delta, in welke Rijn en Maas uitmonden.

Maar er is, helaas, veel veranderd, zóó veel en in zóó ongun-


20

Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt met OCR (Optical Character Recognition).
Deze techniek levert geen 100% correct resultaat op. Dat betekent dat er onjuiste tekens in de tekst kunnen voorkomen.


Weergave
Afbeelding / Tekst (OCR)

Alle boeken in deze digitale bibliotheek kunt u gratis lezen of downloaden. Met een vrijwillige donatie helpt u ons met het in stand houden en verder uitbreiden van de bibliotheek. Klik hier als u een bijdrage wilt overmaken.