kendste van Israels geschiedenis geworden, niet in uiterlijke, maar in innerlijke zin. Zij hebben wegen gevonden om onder de steeds catastrophaler wordende uiterlijke situatie voor innerlijk behoud van hun volk te vechten. Ook innerlijk bleek echter alles aangevochten, niet gaaf, chaotisch, vol ongezonde spanningen en conflictstof. Zo hebben de profeten een aangrijpende strijd gevoerd om de ziel van Israël, waarin de beklemmende symbolen van ondergang en afbraak wisselen met verlossende, die vernieuwing aankondigen. Meermalen was hun eigen persoonlijk leven zodanig in de nood van de tijd betrokken, dat ze aan lijf en ziel symbolisch de crisis en ook de regeneratie doorleefden. Dat maakt hun optreden zo merkwaardig en zo kostbaar in de wereldgeschiedenis. Zij belichamen de verinnerlijking van een volk in crisistijd en tonen hoe de wedergeboorte alleen uit inkeer in de oorsprongen tot stand komt. Het kostbaarste dezer profetische symbolen is wel het goddelijk kind, het beeld van regeneratie bij uitnemendheid.
Naar de profetische interpretatie doet de opzet van het volk Israël zien, dat het zijn riskante onderneming begon op aanwijzingen, waarvoor geen vaste steun bestond in de gegeven werkelijkheid om hem heen. Het centrum van inspiratie en volharding lag in het „verbond” met Jahwe en de tekenen daarvan waren geen massieve vastheden, maar heenwijzin-gen, herinneringen, opscherpingen. Het centrum van dit volk was daarmee bewegelijk geworden, verplaatsbaar zoals zijn heiligdom, onafhankelijk van omstandigheden en toestanden. De weg naar verinnerlijking van het centrum was ingeslagen, want het wortelde in Jahwe’s beleid en al was dit gemanifesteerd in tal van uiterlijk waarneembare momenten, het kon alleen vastgehouden worden door een geloofsdaad, door het telkens opnieuw riskeren van het leven in de trouwe opvolging van zijn aanwijzingen. Zodra die verworteling in het goddelijke plan losser werd door een vervaging van de gees-tesconcentratie, bleek het Israëlitische volksbestaan meer in de lucht te hangen dan dat van andere volkeren. Dat kan niet verwonderen. Het een is de keerzijde van het ander. Hoewel het een vage term schijnt te zijn, kan men toch Israels volks-
70