Het Joodse vraagstuk

Titel
Het Joodse vraagstuk

Jaar
1946

Pagina's
200



verzekerd door een getrouwe cultus en door een niet minder stipt geregelde moraal.

Bij Israël is deze algemene toestand dan nog eens bijzonder versterkt, daar aan het zware accent op het eigen volksbestaan natuurlijk een evenredige verzwaring beantwoordde in het religieuse pathos. Bij Israël is het on mogelijk onderscheid te maken tussen nationale en religieuse oorsprong of geschiedenis. Het is innig een. Wat nu als een merkwaardigheid opvalt in de moderne wereld, dat namelijk het Jodendom nog steeds, ondanks alle secularisatie die ook daar is doorgedrongen, zijn nationale bestaan op religieuse wijze beleeft, en zijn religie niet kan denken zonder nationaal substraat, dat was in die oudste periode vanzelfsprekend en geheel en al fundamenteel.

Op dit punt heeft Israël bijzondere betekenis voor de godsdienstgeschiedenis. De religieuse belangstelling voor het natuurlijke leven, voor de kosmos en zijn verschijnselen, voor de algemene steeds wederkerende veranderingen in de natuur en het mensenleven, hebben bij Israël plaats gemaakt voor een samentrekking van de aandacht op één God, die meer en meer de énige God van hemel en aarde werd, en daarmee overeenkomstig op het eigen nationale lot als historische afwikkeling van de hoge goddelijke intentie. Een pure natuurbeleving, waarin het nationale „ik” geen rol speelde, kende Israël eigenlijk niet, evenmin als het officieel enige religieuse beleving kende, die niet de Allerhoogste gold. Israël verheugde zich op zijn feesten in zijn God, in zijn gunst en verkiezing, en vierde dat aan de opbrengst van kudde en land. Zo is Israël als menselijke verschijning een symptoom van vernuchtering. De heroïsche, mythische machtigheid van góden en halfgoden, van goddelijke kondigen en heilige dieren, verliest haar greep op de mensen van deze stam; hun metaphysisclie natuur wordt ecu andere.

De Ene, Ongedeelde, de Oorspronkelijke, de Eeuwige, zuigt alle machtigheid in zich op. Het grote „Hoor Israël! Jahwe onze God, Jahwe is Enig” (Deut. 6 : 4) is daarvan de trompetstoot, de roep, het signaal. En als tegenkant wordt de mens gewaar een gewoon menselijk schepsel te zijn, zon-

57

Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt met OCR (Optical Character Recognition).
Deze techniek levert geen 100% correct resultaat op. Dat betekent dat er onjuiste tekens in de tekst kunnen voorkomen.


Weergave
Afbeelding / Tekst (OCR)

Alle boeken in deze digitale bibliotheek kunt u gratis lezen of downloaden. Met een vrijwillige donatie helpt u ons met het in stand houden en verder uitbreiden van de bibliotheek. Klik hier als u een bijdrage wilt overmaken.