ANTI.
Broeder in den Heere,
Loopt in zwarte kleeren, Baardjes bij z’n ooren,
Noemt zich uitverkoren. Heilige oog-verdraaier, Stiekeme God-verraaier, Smaalt de Farizëer, Bijbel-exegëer —
Staat te middernacht Voor een kast op wacht, Fleemt in zalvend brouwen, Handen saam-gevouwen. Geeft ter sluiks een lonk-er, Knijpt de kat in ’t donker . . . Fijne zemel-knooper,
Gladde hemel-kooper.