den derden omgang sprak de voorlezer Joseph de Farro het. „SJehec/iianoe” uit en deed zijn ambtgenoot Imanuel Abenatau Mello het gebed voor de overheid van land on stad, voor deze gemeente en alle overige bestaande Joodsche gemeenten. Onder het aanheffen van het „Imloch’' en het „Mizntur-le-David”, werden de Wetsrollen nu naar den heelal (hare bewaarplaats gebracht) en de plechtigheid met eene predikatie van Chacham Aboab en de gewone Vrijdagavond-gebeden besloten.
In navolging van hetgeen bij de inwijding van den tempel van Salomo plaats had, was bepaald, dat ook nu acht dagen aan de vreugde zouden gewijd zijn en gedurende dien tijd buitengewone dienst zou gehouden worden. Den volgenden morgen werden de vroege ochtendgebeden (Zeniirot) verricht door den Chazzan-de-Clebruh Eliau van Mkjhael Jun.v Leon. iiij de eerste Wetslezing in deze Synagoge waren de fuuctiën als volgt verdeeld.
Het openen van den Heelal door Mozes Gxjriel ; het dragen van de wetsrol door Chacham Aboab; de begeleiding van de Wetsrol bij het uitdragen door 11. Mozes Rathael de Aguilah gg); het vasthouden van de Wetsrol bij het ontkleeden door Mozes Salomo Salomj het ontkleeden zelven door David Imanuel van
IsAAC DE PlNTO ;
het opheften van de Wetsrol door Mozes Abraham Naar ;
het voordragen van de Haftarah (een stuk uit de Profeten) door Abraham Mozes Pereira. Aan Mozes Pereira was het voorrecht gegeven
5