1675-1875. De Synagoge der Portugeesch-Israelietische Gemeente te Amsterdam

23

kinderen der minvermogenden van hunne ouders afgescheiden worden, daar zij, volgens Reglement, hunne onderwijzers ter Synagoge moeten volgen; dat do leerscholen tijdolijk naar zolder- en dakkamers zullen moeten verplaatst worden. — Dit alles in aanmerking genomen, meenen wij, zelfs indien de nieuwe plek kostbaarder en minder nabij was, ook dan nog daaraan do voorkeur te moeten geven.

De Algoede doe u een besluit nemen, voordeelig voor Zijnen dienst en ia het welzijn der gemeente.

Amsterdam, dag, maand en jaar als boven.

De Commissie voor den bouw der Synagoge (Hebben geteekend) Isaac de Pinto” enz.

Het voorstel der Commissie wordt aangenomen ⁵⁰) en nu naar de middelen omgezien om daaraan uitvoering te geven.

Chacham Aboab treedt hier luisterrijk op den voorgrond. In eene boeiende predikatie, gehouden op 23 Nov. 1G70, had hij reeds de aandacht op deze aangelegenheid gevestigd. Onmiddellijk daarop werd voor een bedrag van ongeveer ƒ40,000 geofferd⁵¹).

Nu konden de onderhandelingen omtrent dit terrein, waarop vroeger de St. Anthoniespoort gestaan had, met het bestuur der stad begonnen worden. Ue koop werd dan ook op 12 Hec. 1Ö70 gesloten. Het aangekochte terrein besloeg 65,987 □ voeten, bedragende tegen 10 stuivers de voet, ƒ32,993: 10. (C) Het verlof daarop te bouwen werd goedgunstig verleend.

Van deze 65,987 □ voeten worden bestemd:

(A) voor de Synagoge . . . 13,000 voet.

„ Parochie , . . 27,448 „