der Vereeniging in Eloel 5398 (1638) bijzonder verdienstelijk. Door een geestigen inval wist hij die tot werkelijkheid te brengen. Door allen toch werd de vereeniging gewenscht; zij werd echter door de kleingeestigheid der voorname gemeenteleden tegengehouden, daar ieder hunner meende, bij het onder-teekenen der acte van toetreding, aanspraak op den voorrang te hebben. Paruo maakte nn een aantal afschriften en legde er aan ieder, zonder dat de anderen er iets van wisten, óen ter onderteckening voor. Op deze wijze bereikte hij zijn doel (Handschrift Franco Mendes).
Ieder der drie gemeenten vaardigde nu twee gemachtigden af om de zaak verder te regelen. Voor Bcth-Jmif/aJiob traden op Joskrh Coiien en Ma-titia Aboab; voor Neweh-Sjalom Aaron Coiien en Joserii Abeniacar en voor Beth-Jisrael Salomo Abaz en Abraham Aboab. Aan elk der partijen was de assumptie van een derde lid overgei at en.
Den 27sten Eloel 539S (163S) kwamen de zes gemachtigden voor het eerst bijeen. Zij besloten:
lo. dat de synagoge Beth-Jisrael verbouwd en vergroot en onder den naam Tahnoed-J'orah door de Vereeniging in gebruik genomen zou worden 3ü). Tot leden der bouwcommissie werden benoemd; Joseph Acohen, Abraham Aboab en Jüda Touro.
2o. dat eene deputatie, bestaande uit de gemeenteleden Abraham Salom, David Ozorio en Jozua Jesürun Rodriguez zou worden afgevaardigd om van de regeering der stad de goedkeuring op deze Vereeniging te vragen.