1675-1875. De Synagoge der Portugeesch-Israelietische Gemeente te Amsterdam

XXTfl

tegen een salaris van ƒ 350 benevens ƒ 50 voor huishuur makende totaal ƒ 400.

Haham Isaque A-boae heeft de (Hehr.) taalkunde te onderwijzen en het lager onderricht in de guemara (uitbreiding der mondei, wet) te geven; verder de predikatiën in do avond-leerschool te houden; een en ander tegen een salaris van ƒ 460.

Haham Menasse Ben Israël heeft maandelijks ééne sabat-predikatio te houden tegen eene bezoldiging van ƒ 150.

Haham Saul Lbvi Moktera zal het hooger onderwijs in de guemara geven en drie predikatiën in elke maand houden en daarvoor genieten ƒ 600 benevens 100 manden turf.

Haham David Paedo zal het beheer over de begrafenissen hebben en adjunct-administrateur van Bet-ahaim (gemeentebegraafplaats te Ouderkerk a/d Amstel) zijn. Voor de diensten₎ door hem reeds bewezen en nog te verrichten, zal hij jaarlijks genieten ƒ 500 en 100 manden turf.

Imanuel Abendana, als Hazan de Hebra (hulpvoorlezer) fun-geerende, zal jaarlijks ontvangen ƒ 60.

Dc Samas (koster) Jaiiacob Franco zal voor do verrichtingen, die de mahamad hem oplegt, jaarlijks genieten ƒ 180 (volgens een ander HS. f 160).

De Samas Abraham Pelegrino voor zijne diensten jaarlijks f 160 (in een ander HS. wordt deze niet vermeld).

De Samas Daniël del Valle voor zijne diensten jaarlijks / 140.

Art. 23.

Bij de asurot (kerkelijke feestviering) voor bruidegoms en de Bruidegons der Wet of wegens do geboorte van een zoon, zal het volgende onveranderlijk in acht genomen worden: Zij die daarbij betrokken zijn, zullen de misvat (kerkel. plechtigheden) van ’s avonds en ’s morgens naar goedvinden kunnen begeven en een Cohen (afstammeling eens priesters), een Levi (uit den stam van Levi) en zeven uit den stam Israëls, de bruidegom zelve niet medegerekend, voor den sepher (Wetsrol) kunnen roepen. De bruidegoms, de Bahal-Berit (iemand wien een zoon geboren is) en de 9, die voor den Sepher geroepen worden, zullen naar goeddunken kunnen offeren en zal aan anderen verboden zijn bij die gelegenheid offeiing te doen.