Zég eens wat — hoe doe je dat.
Je geluid is mooi als je lieflijke tooi.
15. Houdt op afstand de kleine vossen,, die voor en na
in de wijngaarden rossen.
Onze wijngaard blijft groen.
16. Ik voor mijn vrind.
Mijn vrind voor mij.
Tussen mijn leliën voel ik zijn strelingen.
17. Voor de dag uitblaast en de schaduwen wijken keer dan om mijn vrind jij gazel blank van rug.
Op de bergen van Beter als een hertenjong vlug.
/ 12 /