10. Snel dan mijn lief antwoordt mijn hartedief. Mijn lieve mijn schone, kom bij me wonen.
11. Winter heeft afgedaan. Regen voorbijgegaan.
12. Het veld is vol bloemen reeds nadert het zoemen ja het tortelen wordt
al gehoord in ons land.
13. De vijgeboom schiet jonge vijgen.
Jonge druiven
wij nstoktwij gen.
Die al geuren door de bomen.
Mijn lieve, mijn schone kom bij me wonen.
14. Verdwijn mijn duifje, in de kloven
van mijn rots
vertoon in het geheim je schoon en je trots.
/ii/