Karl Marx en zijne voorgangers

Titel
Karl Marx en zijne voorgangers

Jaar
1902

Overig
Serie: De groote denkers der eeuwen ......

Pagina's
300



50

toe____„Wij hebben overal, zoowel in het kleine als in het groote

deze kiemen voor ons welzijn bij de hand; het zijn ruwe diamanten, welke door de wetenschap geslepen moeten worden. Het problema is, deze kiemen der associatie, die in alle takken van 'menschelijken arbeid terug te vinden zijn, tot één mechanisme te verbinden, hen tot eene algemeene éénheid te doen worden.”

Wat de sociale bewéging aangaat, zoo ziet men elke belanghebbende klasse, de andere liet booze toewenschen; overal is het , persoonlijke belang in tegenspraak met het algemeene belang. De geheele sclirikkelijkheid van een dusdanige toestand, ziet men recht en duidelijk in, wanneer men ze eerst goed leert begrijpen; wanneer men de sociëtaire organisatie leert kennen, waarin de belangen een geheel andere richting uitgaan, wanneer ieder voor het algemeen belang werkt, juist omdat dit het meest paralel loopt met zijn persoonlijk belang.

r

„De vrijheid is illusoir wanneer zij niet algemeen is. Waaide vrije ontwikkeling van de hartstochten tot een zeer kleine minderheid beperkt is,. daar heerscht er slechts onderdrukking. Om de massa eene volkomene ontvouwing en de bevrediging harer hartstochten te verzekeren, is eene sociale organisatie noodig, die aan drie voorwaarden te voldoen heeft. Men moet: le een regime der industrieele attractie zoeken, ontdekken en organiseeren; 2e aan ieder moeten gewaarborgd kunnen worden de zeven natuurlijke rechten, die ook de wilde bezit; en 3e, de be-1 langen des volks moet men verbinden met die van de grooten. ft> Want het volk zal op den grooten afgunstig zijn en hen haten,

, ] zoolang het niet gradueel een aandeel heeft aan hun welzijn. Slechts onder deze drie voorwaarden, kan men het volk een minimum aan voedingsmiddelen, bekleeding, woning en hoofdzakelijk, ook aan het vergenoegen verzekeren, want zonder er een aangename zijde aan te verbinden, zal ook de nieuwe toestand voor de menschen niet voldoende zijn.

Er is, volgens Fourier, geen voor altijd samengestelde vrijheid mogelijk die niet in-zicli bevat dat minimum. „Geen minimum zonder industrieele attractie; geen industrieele attractie in den stuksgewijs verrichten arbeid”, waarmede hij bedoelt, in den arbeid gelijk hij verricht wordt in de privaat-ondememingen. j De aantrekking tot den arbeid, kan slechts daar aanwezig I zijn, waar die arbeid aangenaam en lucratief is. De verdeeling heeft plaats, volgens de drie industrieele eigenschappen: arbeid, kapitaal en talent. Het bevolkingsaantal van een phalanstère mag niet grooter wezen dan van 1800 tot 2000 personen, omdat in dat getal naar Fourier’s berekening, de verschillende

Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt met OCR (Optical Character Recognition).
Deze techniek levert geen 100% correct resultaat op. Dat betekent dat er onjuiste tekens in de tekst kunnen voorkomen.


Weergave
Afbeelding / Tekst (OCR)

Alle boeken in deze digitale bibliotheek kunt u gratis lezen of downloaden. Met een vrijwillige donatie helpt u ons met het in stand houden en verder uitbreiden van de bibliotheek. Klik hier als u een bijdrage wilt overmaken.