— 43 —
de eene of de andere zoude moeten worden onderdrukt of onbevredigd behoeven te blijven. Integendeel, eene bevrediging daarvan, schept veelmeer de harmonie van den mensch met zich-zelf en met God. Wanneer wij desniettegenstaande zoo dikwerf zien, dat deze hartstochten bij de menschen, zich in eene schadelijke richting openbaren en werken, dan bewijst dit niets tegen dezen, maar tegen de sociale organisatie van de maatschappij, welke deze hartstochten op valsche wijze zoekt werkzaam te doen zijn, of ze zoekt te onderdrukken.
Het zijn vijf bewegingen, welke de wereld voortbewegen en haar hare bestemming doen naderen:
1. De normale beweging; wetten der aantrekking voor impon-derabele elementen, electriciteit, magnetisme, reuken.
2. De dierlijke of instinkmatige beweging; wetten der aantrekking voor drijfveeren en instinkten van alle geschapen wezens hoe en wanneer zij ook waren, zijn en zullen zijn.
3. De organische beweging: wetten der aantrekking voor de eigenschappen der lichamen: vorm, kleur, smaak, reuk, enz.
I. De materieele beweging — reeds door de mathematici (Newton) ontdekt — wetten der aantrekking en gravitatie der wereldlichamen (Planeten en vaste sterren). De kometen zijn, volgens Fourier, irregulaire lichamen die het wereldruim doortrekken.
5. De sociale beweging — het eigenlijke steunpunt van het geheel — de wetten, welke de orde en de opeenvolging van de verschillende sociale gestalten op alle wereldlichamen regelen.
Het middelpunt dezer sociale wetten is de mensch, die daardoor, in den grond der zaak, tot het middelpunt van het geheel wordt en om wien, ten slotte, zich alles draait. Wat zou, zoo vraagt Fourier, de wereld voor een ander doel hebben, wanneer zij niet geschapen was voor de menschen?
De bestemming van den mensch is het geluk, dat in de ont--j , ^ </*•* wikkeling van geheel zijnen aanleg, de bevrediging van al zijne / 1 hartstochten ligt. De mensch behoort te genieten en nogeens V > ƒ* te genieten, alles waartoe zijn hart hem dringt. Deze bestem- j j'r'
ming was den mensch door God toegedacht. J
* *
*
Fourier legt op het akkerbouwbedrijf of de agricole associatie het hoofdgewicht; hij ziet het zelfs voor de eigenlijke grondslag aan van het menschelijk bestaan, die welke de meeste en de