— 31 —
de landbouw uit haar staat van verval op te heffen zijn en een bloeiend leven kunnen gaan leiden, evenals dit de industrie deed. Een zaak achtte de Saint-Simon hard noodig, en dat was de meerdere verbreiding van de kennis der economie. Onder die economie rekende hij vóóral die van Adam Smith en J. B. Say. De economisten zijn volgens hem, en in bovenstaanden zin opgevat, de beste bondgenooten van de arbeidende klassen.
In 1819 gaf de Saint-Simon een verhandeling over de politiek uit, getiteld: „La Politique”, of zooals de ondertitel luidde: „Verhandelingen over de politiek, zooals zij aan de menschen der 19e eeuw voegt, door eene vereeniging van letterkundigen.” Dit geschrift is bijna uitsluitend van polemischen aard en is vooral gericht tegen de geringschattende wijze, waarop er destijds over den arbeid, van machthebbende zijden werd gesproken. De eigenaars, de bezitters werden toenmaals verklaard te zijn de eenige mannen van kennis en geschikt om het land te besturen. Dit was de Saint-Simon te veel. Hij riep alle produceerenden op, om eene nationale partij te vormen, tegenover de door de van reaktionaire zijde samengeperste nationale partij van uitsluitend mannen van grondbezit en groot-kapitaal. De klasse der produceerenden riep hij toe, dat zij zich moest bemoeien met de politiek „dat zij was die der bijen van de maatschappij en dat zij verlost moesten worden — zich-zelven moesten verlossen — van de hommels.” Hij ried hun aan, eene petitie tot den koning te richten, met de bede: „Sire, wij zijn de byen, verlos ons van de hommels!” Dan zal het begrepen worden, dat de producenten de kracht van het land zijn en dat het niets dan materialisme is, wanneer alleen de nationale vertegenwoordiging berustte op de macht “van den grondeigendom en het aktieve element van den arbeid van eiken invloed op den gang van zaken bleef buiten gesloten. Het geschrift is dan ook in twee afdeelingen gesplitst. Het eerste heet: „Le parti national ou indusiriel, comparê au parti anti-national” („De nationale of industrieele partij, vergeleken bij de anti-nationale partij.”) Het tweede: „Sur la querelle des abeilles et des frelons, ou sur lfu situation respective des producteurs et des consommateurs non-producteurs” („Over de twisten der bijen en der hommels of bijzonderlijk over de positie van de voortbrengers en de verteerders niet-voorbrengers.”)
Omstreeks dezen tijd was het, dat de Saint-Simon de medewerking van zijn leerling en en „geadopteerden zoon,” Augustin Thierry verloor. Zij gingen uiteen omdat beider opvattingen bleken te zeer uiteen te loopen. Thierry heeft later groote naam gemaakt als his-