HOOFDSTUK H.
De Socialistische Utopisten.In alle kampen en verwarringen der Revolutie, als eenerzijds-de hartstochten den hoogsten graad hadden bereikt, anderzijds de begeestering gloeide en zich in woorden en daden omzette, bleef er evenwel iets, dat de menschen, in weerwil van al hun peinzen en hunne inspanning niet begrijpen konden. De Revolutie had ontzaggelijke menschenoffers gekost, maar met het guilloti-neeren van menschen, bleef evenwel die toestand bestaan.
Die toestand, een economische toestand, was het kapitalisme, dat juist door de revolutie in Frankrijk zich eerst recht ontplooien kon.
Het kapitalisme had uit alle inwendige, zoowel als buiten-landsche verlegenheden der Republiek nut getrokken. Het had uit de confiscatie der goederen, het had uit de assignaten-zwendel, uit de instelling van het wettelijk maximum, uit de rationeerimgen, uit de veldtochten met hunne wapen-, kleeding-en voedingsleveranties; uit het continentale stelsel tegen Engeland; kortom, uit alle maatregelen, welke de Constiuante, de Conventie en het „Comité voor publiek welzijn”, nam, door het Directoire het Consulaat en Keizerrijk heen zijn nut getrokken en er baten voor zich weten uit te slaan.
De groote vermogens kwamen als paddestoelen uit den grond de speculatie- en handelsgeest greep meer dan ooit om zich heen en alom maakte zich de kapitalische geest meester van alle private verhoudingen van de menschen onder-elkander. De theorieën van Adam Smith, die het individualisme tot den grondleer van de Staathuishoudkunde had verheven, kwamen van Engeland naar Frankrijk over en vonden daar geheel spontaan, ook hunne verwerkelijking.
En onder het regime van Napoleon I was de oude orde van