— 264 —
anderen, slechts vlugger, en worden hiermede tot nieuwe, machtige hefboomen voor de maatschappelijke akkumulatie. Als er dus sprake is van vooruitgang der maatschappelijke akkumulatie, dan zijn daar — heden ten dage — de werkingen der centralisatie stilzwijgend onder begrepen.”
De industrieel e reserve armée.
Het, door de voortgang der akkumulatie, opnieuw gevormde kapitaal, verschaft in verhouding tot zijne grootte, steeds aan minder arbeiders werk. Gelijktijdig met de akkumulatie, gaat ook de revolutioneering van het oude kapitaal haren gang. Marx toonde het aan, hoe de centralisatie daarvoor de machtigste hefboom is. Volgens de Malthusianen is de „overbevolking” het gevolg hiervan, dat de levensmiddelen, (men moest zeggen: het variabel kapitaal) aangroeien, in de arithmetische progressie-reeks van 1: 2: 3: 4: 5: enz. terwijl de bevolking de tendenz heeft, zich in de geometrische reeks van 1: 2: 4: 8: 16: enz. te vermeerderen. Daarom leerden Malthus c. s., dat de bevolking de produktie der levensmiddelen vooruit ijlde ten gevolge waarvan de ondeugd en de ellende ontstonden.
Wat evenwel progressief voortgaat, is de afname van het variabel kapitaal, gelijktijdig met de wasdom van het totaal-kapitaal. Het variabel kapitaal, zoo het oorspronkelijk '/i was van het totaal-kapitaal, wordt progressief lU. '/s, '/„ enz. van het totaal-kapitaal. Marx zegt:
„Deze, door de wasdom van het totaal-kapitaal bespoedigde en sneller dan zijn eigen aanwas bespoedigde, relatieve afname van zijn variabel bestanddeel, schijnt aan de andere zijde, omgekeerd steeds sneller absolute aanwas der arbeidersbevolking te zijn, als aanwas van het variabel kapitaal of van de middelen ter hunner werk verschaffing. De kapitalistische akkumulatie produceert veeleer, en wel in verhouding tot hare energie en haren omvang, gestadig eene relatieve, d. w. z. eenevoor de gemiddelde behoefte tot waarde-making van het kapitaal overtollige, dus eene overvloedige of bijgevoegde arbeidersbevolking.”....
„Met de grootte van het reeds funktioneerend, maatschappelijk kapitaal en de graad van zijn aanwas; met de uitbreiding van de produktie-trappen en de massa der in beweging gezette arbeiders ; met de ontwikkeling der produktiekracht hunner arbeid, met den breederen en volleren stroom van alle fonteinen des rijk-doms, verwijdt zich ook de ontwikkelingshoogte, waarop grooter» attraktie der arbeiders door het kapitaal, met grootere repulsie var hetzelve verbonden is, nemen de snelheid van de wisseling ii