— 241
fabriekswezen en zijne afhankelijkheid van de wereldmarkt, brengen noodwendig koortsachtige produktie voort, waarmede dan eene volgende overvulling van de markten, met de daarop contraktee-rende verlamming intreedt. Het leven der industrie, zet zich om in een elkander opeenvolgende reeks tijdperken, van middelmatige levendigheid, prosperiteit, overproductie, crisissen en stagnaties. Voor den arbeider beteekent deze kringloop, het gestadig zweven tusschen overarbeid en werkeloosheid, volkomen onzekerheid van den arbeid en de loonshoogte, kortom van zijn gansche levenspositie in het algemeen.
Het groot-industrieele bedrijf heeft de oude verhoudingen der huisindustrie gerevolutioneerd. Deze revolutie wordt nog bespoedigd door de, met de algemeene invoering en ontwikkeling van de fabriek noodzakelijk geworden, fabrieks- en arbeidswetgeving. „De arbeidswetgeving,” zegt Marx, „deze eerste bewuste en planmatige terugwerking van de maatschappij op de natuurlijke gestalte van haar produktieproces, is, zooals wij hebben gezien, evenzoo een noodzakelijk produkt der groot-industrie, als katoenen garens, self-actors en de electrische telegraaf dat zijn.”
Marx gaat hier verder, historisch de werking na van de arbeidswetgeving en komt tot deze conclusie:
„Daar waar de veralgemeening van de f abriekswetgeving, als phy-siek en geestelijk beschuttingsmiddel der arbeidersklasse, onvermijdelijk geworden is, bespoedigt zij aan den anderen kant____de ver
andering van verstrooide- in arbeidsprocessen op grooter, maat-schappelijker schaal, dus de concentratie van kapitaal en de alleenheerschappij van het fabrieksregiment. Zij verstoort alle tradi-tioneele- en overgangsvormen, waarachter zich de heerschappij van het kapitaal nog gedeeltelijk heeft kunnen verstoppen en zet er voor in de plaats, zijn direkte, onverkapte heerschappij.”----
„Met de spheren van het kleinbedrijf en der huisarbeid vernietigt zij de laatste toevluchtsoorden „der overtolligen”, en daarmede de bestaande veiligheidsklep van het gansche mechanisme der samenleving. Door de materiëele voorwaarden en met de maatschappelijke combinatie van het produktieproces, doet zij de tegenspraken en antagonismen van zijn kapitalistischen vorm rijpen, en daarmede ook gelijktijdig, de elementen tot vorming eener nieuwe en de omwentelingsmomenten, ter verstoring der oude samenleving geboren worden.”
16