— 227 —
arbeidskracht en de meerwaarde. Dalen evenwel, ten gevolge van de gestegen produktiekracht der waarden, de dagelijksche levensmiddelen en dientengevolge, de dagelijksche waarde der arbeidskracht van 5 shilling op 3 sh., dan rijst de meerwaarde van 1 sh. op 3 sh. Ten einde de waarde der arbeidskracht te reproduceeren, waren er 10- en zijn er thans nog slechts 6 arbeidsuren vrij gekomen en kunnen deze bij de domeinen van den meerarbeid worden ingelijfd. Het is daarom de immanente drijfveer en de gestadige tendenz van het kapitaal, de produktiekracht der arbeid te doen stijgen, en te dien einde de waar, en door de goedkoopermaking van de waar, den arbeider-zelve goedkooper te maken.”
Een verhooging van de produktiekracht van den arbeid, die van verkorting van den arbeidsdag het noodwendige gevolg moet zijn, is echter alleen mogelijk, door eenc verandering van de produktiewijze, door verbetering van de arbeidsmiddelen en van de arbeidsmethoden. Produktie van relatieve meerwaarde, heeft dus tot voorwaarde, eene revolutie van het arbeidsproces.
„De produktie van de absolute meerwaarde” zegt Marx verder „ draait zich slechts om de lengte van den arbeidsdag; de produktie van de relatieve meerwaarde, revolutioneert door en door de technische processen van den arbeid en de maatschappelijke groepeeringen.
„Zij veronderstelt dus eene specifiek-kapitalistische produktiewijze, die, met hare methoden, middelen en voorwaarden zelven eerst op den grondslag van de formeele subsumtie van den arbeid onder het kapitaal, op natuurlijke wijze ontstaat en verder ontwikkeld wordt”____
Wij zien dan ook bij stijgende produktiekracht van den arbeid, het percentage van de meerwaarde aanhoudend stijgen, terwijl de waarde van het produkt daalt. Zoo zien wij in de kapitalistische produktiewijze, in hare specifiek groot-industrieele uiting, den oogenschijnlijken tegenspraak zich ontwikkelen, dat de kapitalisten onophoudelijk zich moeite geven, steeds goedkooper te produceeren, d. w. z. de waarde der waren steeds te doen dalen, terwijl zij daarbij steeds meer waarde, zich toe-eigenen kunnen, Wij zien ook dat, hoe grooter de produktiekracht van den arbeid, des te grooter wordt de meerwaarde, de overschietende arbeidstijd van den arbeider. De kapitalistische produktiewijze streeft er naar, de produktiekracht van den arbeider reusachtig te doen stijgen, den noodwendigen arbeidstijd tot op een minimum te reduceeren, maar gelijktijdig evenwel, den arbeidsdag zoo veel als mogelijk is te verlengen.”