Karl Marx en zijne voorgangers

Titel
Karl Marx en zijne voorgangers

Jaar
1902

Overig
Serie: De groote denkers der eeuwen ......

Pagina's
300



205

verhoudingen van produkten. Van nu af lag de bepaling van de verhouding der producenten onderling, niet meer bij hen zelf. Deze verhoudingen ontwikkelden zich, onafhankelijk van den wil der menschen, de maatschappelijke machten groeiden hen over het hoofd, zij verschenen voor de naieve beschouwingswijze uit vroegere eeuwen, als goddelijke machten, zooals zij later voor meer klaardere koppen, machten der „natuur” geworden waren. Aan de natuurvorm der Waren, werden nu eigenschappen toegeschreven, van een mystiek karakter, omdat zij niet uit de verhoudingen der producenten onderling konden worden verklaard. Marx noemt dit verschijnsel, de erkenning van het „fetichisme dat den arbeidsprodukten aankleeft, zoodra zij als Waren worden geproduceerd en dat daarom van de Waar onafscheidelijk is. Dit fetichistisch karakter van de waren-wereld ontspruit... uit het eigenaardig maatschappelijk karakter van den arbeid, die Waren voortbrengt.

Gebruiksgoederen worden in het algemeen slechts Waren, omdat zij produkten der van elkander onafhankelijk gedreven privaat-arbeid zijn. Het complex van deze privaat-arbeid vormt den maatschappelijken totaal-arbeid. Daar de producenten eerst weder met elkander in een maatschappelijk contakt komen door middel van den ruil hunner arbeidsprodukten, komt ook het specifiek maatschappelijk karakter van hunnen privaat-arbeid, eerst weder in dezen ruil aan den dag.”

Waarde der waren.

Gelijk wij zagen, heeft de Waar ten doel te worden geruild tegen een andere. Zij kan slechts aan dit doel beantwoorden onder de voorwaarde, dat door haar eene menschelijke behoefte, van welken aard ook, bevredigd wordt. Voor Marx maakt het geen verschil, of die behoefte, eene werkelijke of een ingebeelde is; of het brood is of katoen of een behoefte naar luxe. Deze onderscheidingen, door sommige spitsvoudige economen weleens gemaakt, gelden in de werkelijkheid dan ook inderdaad niet.

De Waar moet dus een nuttig ding zijn: zij moet ge b ruik s-waarde bezitten. Deze laatste eigenschap, die de Waar noodzakelijk hebben moet, wordt bepaald door de physieke eigenschappen van het lichaam van de Waar. Gebruiksnuttigheid vormt de stoffelijke inhoud van den rijdom, hoedanig zijne maatschappelijke vorm ook zijn mag. Gebruikswaarde is dus geene, der waren alléén aanklevende eigenschap. Er zijn gebruiksnuttig-heden die géén waren zijn, bijv. produkten van een op

Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt met OCR (Optical Character Recognition).
Deze techniek levert geen 100% correct resultaat op. Dat betekent dat er onjuiste tekens in de tekst kunnen voorkomen.


Weergave
Afbeelding / Tekst (OCR)

Alle boeken in deze digitale bibliotheek kunt u gratis lezen of downloaden. Met een vrijwillige donatie helpt u ons met het in stand houden en verder uitbreiden van de bibliotheek. Klik hier als u een bijdrage wilt overmaken.