* *
*
De moderne sociaal-demokratie heeft, historisch gesproken: twee wortels. Beiden komen uit denzelfden bodem voort — de bestaande maatschappelijke- en eigendomsorde. De eene dezer wortels — het communistische utopisme — komt uit de hoogere klassen voort. De dragers van dit utopisme waren, den geestelijk aan den spits staanden in de maatschappij. Zij hebben hunne maatschappelijke idealen neêrgelegd in een of meer hunner werken. Middelijk of onmiddelijk stonden zij onder den invloed van den griekschen wijsgeer Plato, den grooten scholier van Socrates, die in zijn „Stadtmclöaal” eene samenleving teekent, volgens een vast plan ingericht, en dat als zoodanig dan ook als de eerste maatschappelijke ,.Utopie” kan worden gerekend.
Hem is als opsteller van een tweede staatsideaal, Thomas Morus opgevolgd, die in 151 (> „Utopia” schreef als staatsman in dienst van Koning Hendrik VIII van Engeland.
In deze „Utopia”, dat „geluksland” beteekent, ontwikkelt More, door gesprekken die hij zelve voert met gefingeerde tegenstanders, liet stelsel eener volkomen communistische samenleving. ,.Alleen het communisme is in staat de verschrikkelijke euvelen van de zich ontwikkelende kapitalistische maatschappij uit den weg te ruimen”, zegt hij, al erkent hij daarbij tevens, dat de tijd er toe nog niet gekomen was.
De andere wortel der sociaal-demokratie, is het „gelijkheids-communisme”, hetwelk zijnen oorsprong vindt bij de onderste klassen der maatschappij, aldus genoemd, omdat het uitsluitend of voornamelijk steunde op den eisch van den ,.gelijkheid der maatschappelijke goederen” en ruw als het was, eigenlijk zonder preciesen vorm, ontsprong aan het religieus gevoel en overwegend steunde op den Bijbel, voornamelijk op de reeds hier te voren genoemde uitspraken en leeren van het Evangelie. Men vindt dit Communisme in tal van bewegingen in de Middeleeuwen; zooals die der Lollharden, de Begharden, de Waldenzen, de Hussiten, de Taborieten; de Boheemsche en Moravische Broeders; vóór de groote beweging der Hervorming van 1515 onder Luther, tot diep in die beweging toe, door de Boerenoorlogen onder Thomas Münzer in Duitschland en de bewegingen van de „Wederdoopers” in Munster heen.