— 168 —
zij hebben zich slechts rekenschap te geven van datgene wat zich voor hunne oogen afspeelt en zich tot het orgaan daarvan te maken. Zoolang zij de wetenschap zoeken en niets dan systemen maken, zoolang zij aan den aanvang van den strijd staan, zien zij in de ellende slechts ellende, zonder de revolutionaire gedachte die er zich in verbergt en die in staat is de oude samenleving te doen verdwijnen. Van af dat oogenblik wordt de wetenschap, een bewust voortbrengsel van de historische beweging en heeft zij opgehouden doctrinair te zijn; zij is revolutionair geworden.”
Marx onderzocht vervolgens van historische en economische gezichtspunten uit, of de fabriek en de machine, later dan de arbeidsverdeeling „liet autoriteitsbeginsel in de samenleving hadden ingevoerd”, zooals Proudhon had beweerd. Of aan den eenen kant de arbeider gerehabiliteerd is geworden, in weerwil dat hij aan de anderen kant aan de autoriteit werd onderworpen; of de machine de recompositie der gedeelden arbeid, de aan de analyse tegenovergestelde synthese van den arbeid is, naarProudhon’s bewering.
„De samenleving als geheel, zegt Marx, heeft met het inwendige van een fabriek dit gemeen, dat ook zij hare arbeidsverdeeling heeft. Neemt men de arbeidsverdeeling als voorbeeld om haar op eene gansche samenleving toe te passen, dan zou ongetwijfeld die samenleving het best voor de produktie van haren rijkdom georganiseerd zijn, welke slechts één enkelen ondernemer als leider heeft, die nog in een vooropgezette, vastgestelde orde, de funk-ties onder de verschillende leden der maatschappij verdeelt. Maar dit is geenszins het geval. Terwijl in de moderne fabriek de arbeidsverdeeling. door de autoriteit van den ondernemer tot in de onderdeden geregeld is, kent de moderne samenleving geen anderen regel, geen andere autoriteit voor de verdeeling van den arbeid, dan de vrije concurrentie.
Onder het patriarchale régime, onder het régime van de kasten, van het feodale- en het gildesysteem, bestond er arbeidsverdeeling in de gansche maatschappij, volgens bepaalde regelen. Zijn deze regelen door een wetgever gegeven geworden? Neen, oorspronkelijk uit de voorwaarden der materieele produktie geboren, werden zij eerst later tot wetten verheven. Aldus werden deze verschillende vormen der arbeidsverdeeling tot even-zoovele grondslagen van sociale organisatie. Wat de arbeidsverdeeling in de werkplaats aangaat, zoo was deze in alle samenlevingsvormen, zeer laag ontwikkeld.
Men kan als algemeene regel stellen: hoe minder de autori-