HOOFDSTUK Hl.
Marx tegen Proudhon.Ten tijde dat Marx in Parijs leefde, verkeerde hij ook aldaar, met den reeds hier genoemden franschen socialist Pierre Joseph Proudhon. Proudhon was letterzetter geweest en had het, na een jeugd van armoede en ontbering, tot een bekend schrijver gebracht. Marx vertelt zelve, dat hij met Proudhon lange nachten achtereen gediscusi-eerd had over economische vraagstukken. Marx leidde hem de Hegeliaansche philosophie binnen, wat hij later evenwel betreuren moest, daar Proudhon, doordien hij geen duitsch verstond, nooit in staat is geweest Hegel zelve te bestudeeren in diens eigen taal. Hem is daardoor van de denkbeelden van dien wijsgeer, altijd een valsch denkbeeld bijgebleven. Nadat Marx Parijs verlaten had, kwam Proudhon onder den invloed van den duit-schen socialist Karl G-rün.
In Juni van 1847 deed Marx in het fransch een geschrift het licht zien, bij wijze van antwoord op Proudhon’s geschrift „La philosophie de la Misère” (De philosophie der ellende”) dat getiteld was: „La misère de la philosophie” („De ellende der philosophie”) van de grootste beteekenis, niet alleen om de polemiek, maar vooral daardoor, omdat het de wetenschappelijke inleiding van Marx’ lateren en wetenschappelijken arbeid kan genoemd worden; zoowel in philosophisch als in staathuishoudkundig opzicht.
* *
*
In de „Voorrede” tot dit geschrift, die gedagteekend is uit Brussel, den 15e Juni 1847 zegt Marx: „De heer Proudhon heeft het ongeluk op eene eigenaardige wijze te worden miskend. In Frankrijk heeft hij het recht, een slecht econoom te