Karl Marx en zijne voorgangers

Titel
Karl Marx en zijne voorgangers

Jaar
1902

Overig
Serie: De groote denkers der eeuwen ......

Pagina's
300



126

Gelijk de oude volken hunne vóórgeschiedenis doorleefd hebben in de imaginatie, zoo hebben wij duitschers, onze nageschiedenis doorleefd in de gedachte, in de philosophie. Wij zijn philosopldsche tijdgenooten van het tegenwoordige, zonder zijne historische tijdgenooten te zijn. De duit-sche philosophie. is de ideale verlenging van de duitsche geschiedenis. Wanneer wij dus in plaats van de oeuvres incomplètes van onze werkelijke geschiedenis, de oeuvres posthumes van ideële geschiedenis, de philosophie critiseeren, dan staat onze critiek in het midden van de kwestie, waarvan de tegenwoordige tijd zegt: that is the question. Wat bij de voortgeschreden landen, praktisch in verval is met de moderne staatstoe-standen, dat is in Duitschland. waar deze toestanden nog niet eens bestaan, in de eerste plaats critisch verval, van de philo-sophische weerkaatsing dezer toestanden.

De duitsche Rechts- en Staatsphilosophie. is de eenige met den officieelen, modernen tijd a pari staande duitsche gescliiede-nis. Het duitsche volk moet daarvandaan deze zijne droom-geschiedenis, door de ten zijuent bestaande toestanden, verdrijven en niet slechts deze bestaande toestanden, maar ook tegelijk, hunne abstrakte voortzetting, aan de critiek onderwerpen. Zijne toekomst kan zich noch tot de onmiddellijke ontkenning zijner reële toestanden, noch tot de onmiddellijke voltrekking van zijne ideële staats- en rechtstoestanden beperken. Want de onmiddellijke ontkenning van zijne reële toestanden, bezit het in zijne ideële toestanden, en de onmiddellijke voltrekking van zijne ideële toestanden, heeft het in de beschouwing der naburige volken, bijna reeds weder overleefd. Terecht eischt dan ook de praktische politieke partij in Duitschland, de negatie der philosophie. Haar ongelijk bestaat evenwel niet in den eisch, maar in het staan-blijven bij dien eisch, dien zij. ernstig genomen, noch dóórzet, noch doorzetten kan. Zij gelooft deze negatie daardoor te volvoeren, dat zij der philosophie den rug toekeert en met een afgewend hoofd, eenige ergerlijke en banale phrazes over haar prevelt. De bekrompenheid van hare gezichtskring, telt de philosophie niet insgelijks in den cirkel der duitsche werkelijkheid of waant haar, zelfs beneden de duitsche praktijk en de haar dienende theorieën te staan. Gij verlangt, dat men bij de werkelijke levenskiemen aanknoopen zal, maar gij vergeet, dat de werkelijke levenskiem van het duitsche volk, tot dusver nog slechts onder zijn hersenpan gewoekerd heeft. In één woord: gij kunt de philosophie niet opheffen, zonder haar tot werkelijkheid te, maken!

Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt met OCR (Optical Character Recognition).
Deze techniek levert geen 100% correct resultaat op. Dat betekent dat er onjuiste tekens in de tekst kunnen voorkomen.


Weergave
Afbeelding / Tekst (OCR)

Alle boeken in deze digitale bibliotheek kunt u gratis lezen of downloaden. Met een vrijwillige donatie helpt u ons met het in stand houden en verder uitbreiden van de bibliotheek. Klik hier als u een bijdrage wilt overmaken.