— 101 —
allen rijkdom in de kapitalistische maatschappij, d. w. z. als de eenige voortbrenger der ruilwaarden; en ontdekte voorts, dat in de nijverheid, de menschheid niet terug moet naar de klein-produktie, maar integendeel, vérder voort moet op den weg van de groot-produktie. Bovendien heeft de laatste, praktisch aangetoond, den grooten invloed die er uitgaat van het stoffelijk milieu op den mensch en van de veranderingen, die deze als sociaal wezen, daardoor kan ondergaan. Al heeft dit Owen ook hier en daar overschat, het blijft een feit, dat hij der wereld met de bewijzen in den hand heeft aangetoond, van hoeveel gewicht, de verandering van he tsociaal milieu op de samenleving is en kan worden.