legioen was berucht. Maar wanneer Abdoellah het Arabische deel van Palestina zou beheren, zou er samenwerking met een vrij stabiele regering raogelijk zijn geweest. De Joodse en de Arabische staat zouden vruchtbaar hebben kunnen samenwerken voor de ontsluiting van het Midden-Oosten. De samenwerking met het Westen zou verzekerd zijn geweest.
Klaarblijkelijk heeft Abdoellah niet gewild. Misschien om zijn prestige in de overige Arabische landen niet te verliezen, wellicht omdat hij de kracht van de Joden onderschatte.
Hoezeer men in Joodse kring ook tot overleg en samenwerking bereid was, men vreesde de strijd niet. Dat was de zelfde conclusie telkens weer. Men kende geen vrees, ook niet voor Abdoellah’s Legioen.
De belegerde Veste.
Men stelt zich dat anders voor, een ingesloten stad. Bezorgde gezichten, blikken, waarin wanhoop spreekt. Stel U gerust, zo is het niet.
In de eerste plaats was de insluiting niet absoluut. Iedere dag was er nog contact met de buitenwereld. Busdiensten blijven doorgaan, met grote vertraging en.... gevaar. En in de tweede plaats leeft hier ’n volk dat met bezorgdheid en wanhoop heeft afgerekend.
Met een Amerikaanse collega liep ik door het winkelcentrum, waar vorige week de ruiten waren ingegooid, geplunderd was en brand was gesticht.
De eigenaars waren bezig het glas bijeen te vegen, zij heropenen weer. Temidden van de ravage
77