tyrannie der Duitsers en de noodlottige compromissen politiek der beschaafde wereld.
Het „Terrorisme”.
U moogt mij geloven. Ik ben geen „terrorist”. En ik geloof ook dat de verzetsgroepen in Palestina die niet gewerkt hebben volgens de bevelen en richtlijnen van de Haganah de Joodse zaak vaak schade hebben gedaan. Ik heb gesproken met mensen van de Irgoen Zwai Leoemi en met de mannen van Lechie, afkorting voor Lochamé Cheiroet Jisraele, Strijders voor de vrijheid van Jisraeel (Stemgroep). Zij hebben mij niet overtuigd, maar ik heb ze begrepen, ik heb ze leren begrijpen. De Haganah beperkte zich tot de verdediging; het parool tot verzet was wel uitgegeven, maar het scheen dat alles of haast alles ging naar de wens van de Engelse bezetter.
Er is volharding nodig om vol te houden als broeders en moeders van de kust worden gedreven, wanneer aan de andere — de niet bewaakte grenzen — de Arabieren binnen stromen. De Haganah wist wat zij deed. De latere gebeurtenissen hebben het bewezen. Maar men kon niet verwachten dat mensen die hier waren gekomen om zich zelf te zijn en niet langer onderdrukt te worden, rustig of uiterlijk rustig zouden blijven toezien bij het grofste onrecht dat hun en de hunnen gebeurde. De Joodse leiding verloor haar greep op deze mensen, omdat de Engelse autoriteiten niet bereid waren ook maar in het minste tegemoet te komen.
Als Engeland in de zaak van de immigratie in 1946 had toegegeven, waren er geen „terroristische” aan-
54