Een staat herrijst ....

Titel
Een staat herrijst ....

Jaar
1948

Pagina's
194



Wij telden — de omroeper telde — nog een enkele staat — voor — voor.

De meerderheid van tweederde was bereikt — de omroeper zei: „dus nu is besloten om in Palestina een Joodse en een Arabische staat op te richten —” wij lieten hem zijn zin niet afmaken. Ik keek naar de groep, zoals zij daar stonden. Met tranen in de ogen — de spanning gebroken — veranderd door het onwezenlijke der vervulling —

Iemand brak de betovering — „Jeesj lanoe medina” (wij hebben een staat) .... zei hij.

Het werd herhaald tienmaal — twintig maal — tot het onwezenlijke van de klank week en de vervulling ook voor het oor werkelijkheid werd.

Baroech sjehechejanoe (geprezen Hij die het ons liet beleven). Daarmee was het gezegd. Wij stonden niet meer in dat café — waar zojuist de radio bekend had gemaakt dat de wereld ons recht op ons land erkende. Wij stonden in de storm der eeuwen. En om ons heen stonden de millioenen die op dit ogenblik hadden gewacht, gehoopt en gebeden, die alles hadden gedaan om dit te bereiken. Maar die omgekomen waren in ballingschap in vervolging of op de vlucht — of „gewoon” gestorven met het onvervuld verlangen in het hart, het verlangen naar de hereniging. Aan de laatste slachtoffers dachten wij, aan zes millioen die hier niet zouden komen, niet zouden bouwen, niet gelukkig zouden worden ....

Toen klonk het Hatikwah.

„Want nooit is de hoop gestorven

Om te zijn een vrij volk

In het land van Tsion en Jeroesjalajim”

35

Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt met OCR (Optical Character Recognition).
Deze techniek levert geen 100% correct resultaat op. Dat betekent dat er onjuiste tekens in de tekst kunnen voorkomen.


Weergave
Afbeelding / Tekst (OCR)

Alle boeken in deze digitale bibliotheek kunt u gratis lezen of downloaden. Met een vrijwillige donatie helpt u ons met het in stand houden en verder uitbreiden van de bibliotheek. Klik hier als u een bijdrage wilt overmaken.