hebben met bloed en zweet de plaats geschapen om hun kinderen op te voeden, die door de Arabieren voor hun vee was afgekeurd.
Het is goed deze dingen te weten, want de strijd in Palestina, vroeger en nu wordt voortdurend beheerst door argumenten van Joden en Arabieren en door de onbekendheid met de ware achtergrond wordt zo licht verkeerd stelling genomen.
Bij gesprekken met Arabieren bleek mij inderdaad soms een zekere vrees voor Joodse overheersing. Men moet daarbij echter niet vergeten dat de gemiddelde Arabier en zeker de fellach in een Joodse staat meer rechten zou krijgen dan hij ooit vroeger heeft gehad en dat de overheersing waaronder hij in het verleden en nu nog gebukt gaat veel groter is.
Wanneer men ook van het standpunt der Palestijnse Arabieren de voor- en nadelen tegenover elkaar stelt, wijst alles op een groot voordeel bij het tot stand komen van een Joodse staat. Ik geloof dat dit alles ook zou gelden wanneer geheel Palestina aan de Joden zou zijn toegewezen, zoals reeds in de Mandaatsop-dracht van San Remo (1921) was geschied. De som van de strijd in de eerste en tweede wereld-oorlog zou dan voor het Midden-Oosten geweest zijn;
(a) Onafhankelijkheid voor zeven Arabische staten en steun bij hun ontwikkeling tot moderne staten.
(b) Een Joods bestuur over Palestina met autonomie voor de daar wonende Arabieren, genot van alle rechten, aandeel in de regering, steun bij onderwijs en sociale verzorging.
Het resultaat zou gezien de vroegere afhankelijk-
30