Een staat herrijst ....

uit een grote bouwdoos neergeplant — wit en schitterend. Dat heeft waarschijnlijk de Profeten tot hun taal gebracht van een stralend Jeruzalem.

Het licht van de zon wordt duizendvoudig weerkaatst. Twintig jaar geleden zegt men mij, waren deze heuvels kaal, een woestijn van stenen. Het is nauwelijks in te denken, wanneer men de ruime villawijken of tuindorpen ziet.

Het contrast tussen het oude Jeroesjalajim en het nieuwe is anders dan tussen verleden en heden. Het ware denkbaar geweest dan een foei-lelijke moderne stad naast of boven de oude zou zijn verrezen. In werkelijkheid heeft de nieuwe stad een grote schoonheid en sluit door de reeds vroeger beschreven bepleistering van de huizen, wonderlijk bij de oude aan.

Deze stad zegt: ,.Dezelfde levenswil drukken verschillende generaties op andere wijze uit. De basis waarop wij bouwen is echter dezelfde, een schoon en heerlijk Jeroesjalajim.” In een van deze nieuwe gedeelten, Rechawjah liggen zoals gezegd de gebouwen van de officiële Joodse instellingen, de mosadoth. Hier is het bureau van de Jewish Agency (Palestijnse afdeling), de Waad Leoemie, het hoofdbureau van de Fondsen.

Moderne gebouwen, met al de drukte en het geloop van een regeringscentrum, nog niet getemperd door de statige gratie van gegalonneerde wachten.

Hier ligt het hart van de organisatie. Hier vindt de practische uitwerking plaats van al de besluiten en resoluties overal in de wereld genomen.

„Vergeet nooit,” zegt mijn begeleider, „wij zijn een volk op weg. Alles heeft nog het karakter van op-

23