De doolhof

Titel
De doolhof

Jaar
1940

Druk
1946

Overig
2ed 1946

Pagina's
222



II

Dien avond zat ik bij het keukenvuur naast mijn geopend valies en zag toe hoe Suzanne de eene jabot na de andere streek en voorzichtig erin neervlijde. Wij waren alleen, want mijn gouverneur had Jeróme, den bleeken bediende, bij een kan appelwijn in zijn kamer genoodigd. Achter de deur hoorde ik luid pratende stemmen en den nadrukkelijken knokkelslag die een neergeworpen kaart begeleidt. Mijn gouverneur begroette steeds met vreugde ieder bezoek dat hem afleiding bracht en overtrad daarvoor gaarne de voorschriften der étiquette, die immers verbiedt dat men speelt met zijn minderen. Zijn knorrende, heesche geluiden en de roestige neusklanken van Jeróme vormden een duet dat geheel ons bescheiden huis doorklonk. Boven mijn hoofd, in de kamer van mijn moeder, ging onafgebroken het lichte getik van haar hakjes; ze had een onrustigen dag gehad, zei Suzanne.

„Was het de schrik om hun aankomst?” vroeg ik schuldbewust, want ik verweet mij nu, dat ik bij mijn dwaze vlucht alleen aan mijzelf had gedacht.

„Ze heeft natuurlijk de koets gezien,” zei Suzanne. „De vorige keeren was ze even onrustig, maar nu loopt ze rond en zoekt een uitweg."

20

Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt met OCR (Optical Character Recognition).
Deze techniek levert geen 100% correct resultaat op. Dat betekent dat er onjuiste tekens in de tekst kunnen voorkomen.


Weergave
Afbeelding / Tekst (OCR)

Alle boeken in deze digitale bibliotheek kunt u gratis lezen of downloaden. Met een vrijwillige donatie helpt u ons met het in stand houden en verder uitbreiden van de bibliotheek. Klik hier als u een bijdrage wilt overmaken.