De Jacht op de Vlinder

Titel
De Jacht op de Vlinder

Jaar
1932

Druk
1954

Overig
herdr 1954

Pagina's
42



Shen Ti Yü zat aan de voeten van de Heerser.

De voeten van de Heerser waren groot en roerloos. Ze stonden naast elkander op de bovenste trede van de troon, de treden waren koud. Shen Ti Yü voelde het, hij zat op de bovenste trede naast de voeten van de Heerser.

Achter de zetel van de Heerser stond de Richter der misdadigen. Langs beide zijden van de troon stonden de lieden, die hun rechterhand doen rusten op een rood zwaardgevest. Zij stonden even roerloos als de voeten van de Heerser.

Shen Ti Yü was het enige in de Grote Hof des Ge-hoors, dat niet roerloos stond. Hij was het enige ook, dat niet roerloos mocht zijn. Hij was de Nar van de Heerser.

Hoe lang was het geleden, sinds Shen Ti Yü een nar werd? Zeer lang, zeer lang, verder weg dan de honderd passen tot de schemerige Poort waarin de ogen van Shen Ti Yü zich verloren. Verder weg, waar geen schemer was9 waar de glanzige rivier wijde vluchten van welvende zeilen droeg boven de gang van haar golven.

5

Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt met OCR (Optical Character Recognition).
Deze techniek levert geen 100% correct resultaat op. Dat betekent dat er onjuiste tekens in de tekst kunnen voorkomen.


Weergave
Afbeelding / Tekst (OCR)

Alle boeken in deze digitale bibliotheek kunt u gratis lezen of downloaden. Met een vrijwillige donatie helpt u ons met het in stand houden en verder uitbreiden van de bibliotheek. Klik hier als u een bijdrage wilt overmaken.