De Jacht op de Vlinder

Titel
De Jacht op de Vlinder

Jaar
1932

Druk
1954

Overig
herdr 1954

Pagina's
42



Maar de Zoon des Hemels zag voorbij de bevallige Tuï; hij zag naar het feestkleed van de Ambtenaar en vroeg: ‘Is de uitvoering van een vonnis een feest van ijdel vertoon, gij aanklager ?y ‘Vergeving, o Fonkelende Boog tussen Hemel en Aarde!3, antwoordde de buigende Ambtenaar. ‘Uw toegewijd leenman kleedde zich naar de volheid zijner vreugde, omdat hij U heden zijn dochter Tuï mag brengen tot Uw bezit en Uw zaad loten zal verwekken van zijn stam, die geen mannelijke telg draagt Nog zochten de ogen van de Heerser niet naar de trekken van Tuï, wel strekte zich zijn hand, ten teken dat hij de gave aanvaardde. De schriben ter weerszijden van de troon notuleerden, dat Tuï, de dochter van de Hoge Ambtenaar der Maaltijden, was overgegaan uit het bezit van hare vader in de have van de Zoon des Hemels.

De Ambtenaar spande zijn gehoor naar een enkel woord van de Heerser. Maar deze zweeg. Zijn ogen zagen ver weg, door het verschiet der beide poorten van binnen- en buitenhof naar een blauwe bergrug, die wazig vervloeide tot hangende nevels.

28

Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt met OCR (Optical Character Recognition).
Deze techniek levert geen 100% correct resultaat op. Dat betekent dat er onjuiste tekens in de tekst kunnen voorkomen.


Weergave
Afbeelding / Tekst (OCR)

Alle boeken in deze digitale bibliotheek kunt u gratis lezen of downloaden. Met een vrijwillige donatie helpt u ons met het in stand houden en verder uitbreiden van de bibliotheek. Klik hier als u een bijdrage wilt overmaken.