En toch leefden wij

Titel
En toch leefden wij

Jaar
2015

Pagina's
235



en een half. Nog maar luttele weken geleden zat-ie in zak en as omdat zijn vrouw was opgepakt; had ik mij zeer koel, om niet te zeggen ongenaakbaar jegens hem gedragen. En nu ‘lag-ie aan mijn voeten’ om mij met dure woorden blijvend aan zich te binden. Verontwaardiging, spotlust en gestreelde ijdelheid streden in mij om de voorrang. Mijn betere ik kreeg de overhand. Zo neutraal mogelijk wees ik hem op Eva en zijn bestaande huwelijk. Dat huwelijk, zei hij, bestond alleen nog op papier. Wel zou hij elke kans nagaan om Eva vrij te krijgen, om haar toekomst, niet om de zijne. Die behoorde aan mij. Om hem niet nodeloos te kwetsen nam ik mijn toevlucht tot mijn leeftijd en onze situatie. Ik had nog niets geleerd, had niet eens een schooldiploma; wist niet waar ik mij volgende week, volgende maand, laat staan aan het einde van de oorlog zou bevinden. Hoe kon ik mij onder deze omstandigheden aan iemand binden?! Ik kon alleen alles op alles zetten om nu met lichaam en ziel te overleven.

Onder het praten waren wij ongemerkt tot aan het bordje SCHEVENINGEN gekomen. Nu moesten wij wel, nolens volens, de hele weg terug te voet afleggen. Geen wonder dat Ruth, door Jan op de hoogte gebracht van mijn ‘even een uurtje weg met Wim’ tegen mij tekeerging toen ik ten langen leste weer verscheen. Ik begreep best dat haar woede op mij van dit ogenblik haar zorg om mij van zoëven moest camoufleren. Elke stap buitenshuis en dan nog op klaarlichte dag kon toch de laatste in ‘vrijheid’ worden. In haar ogen was het treffen met Wim misplaatst geweest. Tegenover mij draaide ze al gauw weer bij, maar Wim moest het nog ontgelden. Ze schreef hem een gepeperd briefje dat hij het niet moest wagen nog een keer per telefoon of huisadres (wij hadden met hem een correspondentieadres) contact met ons op te nemen. Vandaar zijn beklag bij Agaath, aan wie hij natuurlijk niets over zijn telefoonstunt met vervolg had bekend. (Uit latere brieven van mij aan Ruth blijkt dat hij althans wat mij betreft zijn ‘niets meer met ons te maken willen hebben’ niet lang in praktijk heeft gebracht).

Vervolg brief van Agaath:

Nu ter zake. 1e Ik moet van Ro een foto hebben. Van Els gaf ik de mijne (die van Marijke die ze mij gegeven heeft). 2e Hoe staat het

Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt met OCR (Optical Character Recognition).
Deze techniek levert geen 100% correct resultaat op. Dat betekent dat er onjuiste tekens in de tekst kunnen voorkomen.


Weergave
Afbeelding / Tekst (OCR)

Alle boeken in deze digitale bibliotheek kunt u gratis lezen of downloaden. Met een vrijwillige donatie helpt u ons met het in stand houden en verder uitbreiden van de bibliotheek. Klik hier als u een bijdrage wilt overmaken.