Lievelingen,
Onze correspondentie moet tijdelijk stopgezet worden in mijn belang. Ik zal proberen jullie een mondelinge boodschap te sturen. Maak je niet ongerust, ik doe het ook niet. M’n gedachten blijven bij jullie. Vadertje is nu in V. (Jo was inmiddels doorgestuurd naar Vught). Schrijf jullie brieven aan mij. Ik zal ze laten halen desnoods.
Moedertje
Mijn beide lievelingen,
Hier is dan weer jullie pleegmoedertje en al is het contact niet rechtstreeks toch is er een begin. Ik lig nu in bed. ’n Miskraam, komt van de emotie volgens de dokter. Leuke situatie, hè?
Jullie weet hoe dit nieuwe kindje werd aanvaard en verwacht. Het spijt me dan ook meer dan ik kan zeggen dat dit nu niet doorgaat. Maar er zijn altijd erger dingen. Waar ik het meeste verdriet van heb is dat m’n kleine Marijke bij me weg is. En mijn liefste schat en kameraad. Maar die komt terug. Voor Marijke heb ik goede hoop, maar moet ik tenslotte af wachten.
Alles hier in huis ademt Marijke. Haar kamertje kan ik niet leeghalen en als ik iets van haar aanraak trilt het door me heen. Eva mis ik niet. Ik vind het jammer als mensch, maar contact was er niet en was er nooit gekomen. Marijke is me zoveel waard geworden en haar houding in deze laatste geschiedenis was zo voortreffelijk en zonder enig eigenbelang dat ik meer dan trots op haar ben. Vanuit de gevangenis kreeg ik gister een briefje. Clandestien natuurlijk. Ik laat het jullie lezen als ik zelf kom, wantje zoudt er niets van begrijpen.
Tussen Wim en haar is nu alles uit. Wim weet dat nog niet. Ze vroeg mij hem dit te zeggen. Maar dat kan ik nu nog niet om diverse redenen. Trouwens Wim en Marijke moesten allang uit elkaar. Jullie kennen mijn standpunt. Zodra ik in staat ben om te komen doe ik het. Kom niet hierheen. Wim was al drie maal bij me. Dan word ik doodzenuwachtig. Je kunt toch nooit weten.