zulke gewetenswroegingen, dat laat mij nooit los. ’s Nachts als ik wakker word is het mijn eerste gedachte. (Omdat ik tot Eva bij hen kwam bij de Vissen in huis was en om haar weg moest, had ik een slecht geweten dat zij bij hen was opgepakt en niet ik). Raar hoe lekker eten je zo kan opkikkeren. Het leven is alleen nog een wachten op het einde.
2 december 1943
Wachten, wachten, wachten tot er wordt opgebeld of de bel overgaat. Tot Ag. komt of het noodlot. Als ik ’s nachts wakker word is mijn eerste gedachte die drie, hoe zal het met hen gaan in hun cel.
Wat word je hier afschuwelijk, lui.
3 december 1943
Je hebt het gevoel dat iedereen je in de steek laat. *4
6 december 1943
Vanmiddag was het zo fijn toen eindelijk iemand kwam. (Het was Rinus Hille, die nog ijverig zocht naar een blijvende onderduikplaats voor mij. Van hem hoorden wij ook dat Agaath weer thuis was uit de gevangenis).
7 december 1943
Waarom schrijft Ag. niet? Is ze zo down of is ze ons vergeten?
Wij hebben het toch nog fantastisch goed. Het is moeilijk te geloven, maar steeds weer vind je hulpvaardige mensen die goed voor ons zijn. Jenny kan toch ook zo slecht niet zijn. Vaak heb ik echt het gevoel alsof ik hier thuis ben.