En toch leefden wij

Titel
En toch leefden wij

Jaar
2015

Pagina's
235



Zij was ook teleurgesteld over mij, denk ik. Ik was doodmoe en kon haar onmogelijk de hele tijd afzoenen en lief doen. En ik had mij zo op haar verheugd. ’s Avonds zou ik weggaan (naar een ander, tijdelijk onderduikadres, omdat er nu geen plaats meer voor mij was bij de Vissen; ik ‘logeerde’ bij hen tot Marijke, voor de buitenwacht als hulp, kwam). Maar op Marijkes verzoek vroeg ik of ik nog een nacht mocht blijven en toen sliepen Ri en Els in één bed en wij met zijn tweeën in het andere. Ik was liefst zo gaan slapen, maar Marijke wilde nog uren kletsen. Ik heb haar iets verteld (vertel ik jou ook) waarover ze zich doodlachte en ik moest haar mond stijf dicht houden dat Jo en Ag. haar niet konden horen, want er was nog geen deur tussen die twee kamers. Het was weer geweldig bij die twee. Ze waren zo lief, maar ik zal je alles, hoop ik, mondeling kunnen vertellen. Nu ben ik weer met ‘kwijltje’ (de moeder van Hetty P.) samen, weetje nog? Vlak bij Marijke. Maar ik hoop dat ik gauw weer bij jou kom. (Ik bedoelde naar Den Haag. Blijkbaar zocht Jo speciaal om Ruth een baan voor mij in Den Haag).

Ik was nu tijdelijk bij Nel (25 jaar), Leen (30 jaar) en Dickie (1 jaar en 5 maanden). Het echtpaar Ter Haar was net als Jo en Agaath en Bep en Theo lid van de AJC. De Vissen konden altijd op hen rekenen als ze met een onderduiker(-ster) zaten die op staande voet moest worden ondergebracht. Hetty’s vader en moeder (mijn kwijltje), oom Juro, Hetty zelf, Rita van Straten, die gevlucht was uit het Apeldoornse Bos, ik en vele anderen hebben hun moedige gastvrijheid aan den lijve ondervonden. Het Apeldoornse Bos was een inrichting voor Joodse geesteszieken aan de Zutphenseweg buiten Apeldoorn. In januari 1943 werd de hele inrichting door de Duitsers ‘ontruimd’, i.e. de geesteszieken in elk stadium, de doktoren, de verplegers en het overige personeel werden gedeporteerd, voor zover ze dat nog levend haalden. Ik bewonderde Nel, zo jong nog én in verwachting, zoals zij uiterlijk laconiek de permanente spanning, de steeds weer nieuwe mensen om haar heen, de inbreuk op hun privacy - het was toch maar een klein huis - over zich heen liet gaan. Verre van laconiek wijdde zij zich aan het schoonmaken en schoonhouden van het huis. Ik vond haar lief, spotte een beetje met haar schoon-maakmanie en voorspelde dat zij vanzelf zou inbinden als Dickie het rijk ging delen met de ophanden zijnde gezinsaanwas.

Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt met OCR (Optical Character Recognition).
Deze techniek levert geen 100% correct resultaat op. Dat betekent dat er onjuiste tekens in de tekst kunnen voorkomen.


Weergave
Afbeelding / Tekst (OCR)

Alle boeken in deze digitale bibliotheek kunt u gratis lezen of downloaden. Met een vrijwillige donatie helpt u ons met het in stand houden en verder uitbreiden van de bibliotheek. Klik hier als u een bijdrage wilt overmaken.